BinnenlandLaaggeletterdheid

Hans was tot zijn vijftigste laaggeletterd, maar schaamt zich niet

„Ik ben mijn bril vergeten.” Het is een smoesje dat Hans Esbach (65) uit Schiedam talloze keren heeft gebruikt, als hem werd gevraagd iets te lezen. In werkelijkheid had hij grote moeite met lezen en schrijven.

20 June 2024 10:22Gewijzigd op 20 June 2024 14:02
Een op de zes Nederlanders heeft moeite met lezen en schrijven. beeld iStock
Een op de zes Nederlanders heeft moeite met lezen en schrijven. beeld iStock

Esbach was tot zijn vijftigste laaggeletterd, net als een op de zes Nederlanders. Zij kunnen niet goed genoeg lezen en schrijven om volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving.

Hans Esbach. beeld Hans Esbach

Toen Esbach jong was, verhuisden zijn ouders iedere twee à drie jaar. Op school was Esbach daarom altijd meer bezig met vrienden maken dan met de leerstof. „Op den duur kun je dan helemaal niet meer meekomen, omdat je al te veel achterstand hebt. In handenarbeid was ik goed, maar met rekenen en lezen –de dingen die je met je hoofd moet doen– had ik moeite.”

Toch had Esbach daar als kind geen last van, zegt hij. „Ik had vrienden in de klas met dezelfde problemen.” Na de basisschool zat hij nog anderhalf jaar op de technische school. Op zijn veertiende ging hij aan het werk als dakdekker.

In zijn jarenlange werk als dakdekker had hij naar eigen zeggen ook weinig last van zijn moeite met lezen en schrijven. „Ik werkte met mijn handen en had de Nederlandse taal eigenlijk niet nodig. Mijn vrouw kan goed lezen en schrijven, zij las bijvoorbeeld brieven van de overheid of vulde formulieren in.”

Maar toen de Schiedammer op 52-jarige leeftijd ging werken bij afvalverwerkingsbedrijf Irado werd dat anders. Hij kreeg de kans om plaagdierbestrijder te worden. De opleiding die hiervoor nodig was, doorliep Esbach door „onthouden en meedoen. Stampen, stampen, stampen, zo min mogelijk opschrijven.”

Het lukte om de praktijkgerichte opleiding te voltooien. Maar toen Esbach daadwerkelijk bij klanten aan de slag ging, werd het lastiger. „Toen ik rapporten moest schrijven, kwamen klanten erachter dat ik laaggeletterd was. Ik had een paar standaardzinnetjes in een boekje geschreven, die ik altijd gebruikte. Maar op den duur namen ze daar geen genoegen meer mee. Toen kwam het bij m’n baas terecht.”

Die reageerde gelukkig begripvol. Binnen het bedrijf kon Esbach samen met andere werknemers taallessen volgen. Het kostte hem de nodige moeite: „Dat is het probleem van oud worden; dan gaat het allemaal niet meer zo snel. Maar het is wel gelukt: ik kan redelijk schrijven. En een boek lezen.”

Met onbekende woorden heeft Esbach nog weleens moeite. „Ik oefen niet zo veel meer als in het begin. Dan merk ik dat ik achteruitga; ik moet het wel bijhouden.” Dat doet hij bijvoorbeeld door regelmatig een woordzoeker te maken. „Dan kom ik altijd weer woorden tegen waarvan ik denk: hé, bestaat dit ook?”

„Ik heb nooit een geheim gemaakt van mijn laaggeletterdheid” - Hans Esbach, ex-laaggeletterde

Esbach heeft naar eigen zeggen „nooit een geheim gemaakt” van zijn laaggeletterdheid. „Het is geen ziekte.” Zijn advies aan andere volwassenen en laaggeletterden is dan ook om zich niet te schamen. „Stap naar voren, vertel je baas dat je laaggeletterd bent en zoek samen naar een oplossing. Als je erover praat, zul je zien dat je steeds meer mensen leert kennen die in hetzelfde schuitje zitten.”

En als je vermoedt dat je buurman of collega moeite heeft met lezen en schrijven? „Vraag ernaar. En probeer iemand dan te helpen, bijvoorbeeld door hem of haar mee te nemen naar een bibliotheek die vaak taalcursussen aanbiedt.”

Meer over
Lezen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer