Flinke stijging van woonlasten
De gemeentelijke woonlasten stijgen dit jaar met 5,6 procent, ruim 1 procent meer dan de inflatie. Dit blijkt uit een onderzoek van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) van de Rijksuniversiteit Groningen.
Het Coelo onderzoekt als enige instituut in Nederland jaarlijks wat huishoudens in alle gemeenten kwijt zijn aan onroerendezaakbelasting, riool- en reinigingsheffing.
De goedkoopste gemeente van Nederland is Oostburg in Zeeuws-Vlaanderen, waar de woonlasten 334 euro per huishouden per jaar bedragen. Daarna komen Axel met 355 euro, Ameland (366 euro), Sluis-Aardenburg (410 euro) en Veere (415 euro).
De duurste gemeente is Abcoude in Utrecht met 975 euro. Vervolgens komen Rozendaal (972 euro), Reeuwijk (919 euro), Boskoop (882 euro) en Bunnik (879 euro). Het landelijk gemiddelde ligt op 587 euro.
Als de waterschapslasten worden meegerekend, is Rozendaal (Gelderland) de duurste gemeente. Een gemiddeld huishouden betaalt daar 1203 euro per jaar, waarvan 972 euro aan de gemeente en 231 aan het waterschap Rijn en IJssel. Ameland is het goedkoopst. Daar betaalt de burger 537 euro in totaal.
De woonlasten stijgen niet overal. In Limmen in Noord-Holland dalen zij met 19 procent. De grootste toename kent Groesbeek in Gelderland, waar de lasten met 35 procent stijgen.
Gemeenten met hoge woonlasten hebben niet altijd meer te besteden dan de goedkope gemeenten. Dat komt doordat zij met relatief duur onroerend goed naar verhouding meer worden gekort op hun algemene uitkering uit de rijkskas. Zij moeten dus meer belasting innen om evenveel voorzieningen te kunnen bieden als gemeenten met goedkoop onroerend goed. De algemene uitkering die gemeenten van het Rijk ontvangen, dekt gemiddeld ongeveer eenderde van de gemeentelijke uitgaven.
De nettowoonlasten laten zien hoeveel een gemeente per huishouden van de woonlasten overhoudt. Zij zijn gelijk aan de brutowoonlasten (wat de burger betaalt) minus de korting op de algemene uitkering.
De nettowoonlasten zijn het laagst in het Gelderse Putten (91 euro) en het Noord-Hollandse Laren (114 euro). Dit laatste is opvallend, omdat de brutowoonlasten in Laren tot de hoogste van het land behoren (779 euro). Doordat huizen in Laren erg duur zijn, vloeit er na de korting op de algemene uitkering maar een klein deel van de brutowoonlasten in de gemeentekas.
Het Zuid-Hollandse Boskoop kent de hoogste nettowoonlasten: 597 euro. De gemeente ligt in een gebied met een zwakke bodem. Dat brengt hoge kosten met zich mee.