Europa gaat corruptie harder aanpakken met hogere straffen
Er is een nieuwe wet in de maak die alle lidstaten van de Europese Unie verplicht dezelfde vormen van corruptie strafbaar te stellen en ze op dezelfde manier te bestraffen. Het gaat om misbruik van invloed, verduistering, belemmering van de rechtsgang, verrijking door corruptiemisdrijven en omkoping in de publieke en private sector. De ministers van Justitie van de EU-landen hebben hier vrijdag in Luxemburg een akkoord over bereikt.
„Corruptie tast het vertrouwen in de publieke sector aan, schaadt de economie en beschadigt de structuur van onze samenlevingen”, zei de Belgische justitieminister Paul Van Tigchelt vrijdag nadat er overeenstemming was bereikt. „Met deze nieuwe wet vergroten we onze macht om corruptie te bestrijden.”
De ministers hebben afgesproken dat de lidstaten „effectieve, proportionele en afschrikkende strafrechtelijke sancties moeten invoeren om deze misdaden te bestraffen”. De ministers willen dat er op corruptie een gevangenisstraf komt te staan van minimaal twee tot vier jaar. Daarbovenop kunnen mensen die zijn veroordeeld voor corruptiemisdrijven boetes krijgen, uit een openbaar ambt worden gezet of worden uitgesloten van aanbestedingsprocedures.
Alle ministers ondersteunen de algemene doelstelling van de aanpak van corruptie, maar Bulgarije en Estland hebben ieder wel kanttekeningen geplaatst. Estland vindt onder meer dat de definitie van corruptie veel te ruim is gedefinieerd. Een werknemer die een beloning wordt beloofd, wordt in het voorstel al snel als corrupt aangemerkt, laat Estland in een verklaring weten.
Bulgarije heeft er moeite mee dat een wetsbepaling zo kan worden uitgelegd dat lidstaten leden van nationale parlementen mogen uitsluiten van strafrechtelijke vervolging bij corruptiedelicten. Dat bezwaar geldt ook „voor een onbeperkte groep nationale ambtenaren”.
Na dit besluit van de justitieministers kunnen zij nu beginnen met de onderhandelingen met het Europees Parlement over een definitieve wetstekst.