Tsunami-schade als attractie in Sri Lanka
De toerismesector in Sri Lanka zit door de vloedgolven van 26 december reusachtig in de problemen. Het natuurgeweld sloeg toe midden in het hoogseizoen. Honderden strandhotels langs de drukbezochte kust liepen schade op, maar de meeste zijn intussen weer operationeel. Om nu ook weer toeristen te trekken, willen de hoteleigenaren de schade door de tsunami’s gaan uitbuiten als attractie voor de gasten.
Dayal Fernando, manager van hotel The Reef in Hikkaduwa, windt er geen doekjes om. „Ik weet hoe groot het verlies aan mensenlevens is geweest en hoe groot de schade nog altijd is. Maar we moeten als hotels in de regio verder. Ik gebruik de tsunami nu als een marketingmiddel. Gasten die komen, willen behalve strand en zon ook de schade zien. Daarom heb ik al door de vloedgolven verwoest meubilair uit de hotelkamers hier uitgestald.”
Op het terrein van zijn hotel, vlak bij het zwembad, is nu een ’showroom’ ingericht van kapotte stoelen, lampen en bedden. De weinige toeristen in The Reef kijken naar de uitstalling met verwondering en ontzag. „De meesten maken er ook foto’s van, om thuis te kunnen laten zien hoe erg dit hotel is getroffen. Ik vind dat allemaal prima!”
De economische gevolgen die de vloedgolven nog altijd hebben op de toerismesector zijn niet te overzien. Nagenoeg alle hotels in de kuststrook tussen Hikkaduwa en Matara hebben nauwelijks gasten. Volgens schattingen van de hoteleigenaren in het gebied zitten zeker 10.000 mensen al twee maanden zonder werk. Het gaat niet alleen om hotelpersoneel, maar ook om toeristengidsen, uitbaters van winkeltjes bij de hotels en eigenaars van toeristenrestaurants.
De meeste hotels geven intussen zeer forse kortingen, soms zelfs tot 60 procent, om nog toeristen te trekken. „Ik heb tenslotte niet alleen een verantwoordelijkheid naar mijn gasten en personeel, maar ook naar de gemeenschap hier”, aldus Rayi Lenard van het Coral Rock Hotel in Hikkaduwa. „Van het inkomen dat ik mensen hier kan geven, zijn doorgaans vele families afhankelijk.” Zijn collega van het Beach Resort in Unawatuna valt hem bij. „We moeten er weer bovenop komen, en de hulp voor een nieuwe toekomst van Sri Lanka zal toch vooral van de grote economische motor moeten komen: het toerisme.”
Aruna Jayalath van het Koggala Beach Hotel vindt ook dat de verwoestingen, die overal nog zichtbaar zijn, voorlopig als een middel moeten worden gebruikt om toeristen te trekken. „Je moet gewoon van de nood een deugd maken. Ik onderken dat het gevaar loert dat rampcommercie maakt dat de schade door de vloedgolven voorlopig niet opgeruimd wordt, maar van een weer florerende toerismesector kan Sri Lanka alleen maar weer beter worden!”
De financiële gevolgen voor de getroffen hotels kunnen zeer groot zijn. Zelfs kleinere strandhotels hebben vaak al een schade van minstens 150.000 euro. Vele waren niet verzekerd tegen schade door natuurrampen, en de bedrijven die zich wel hadden ingedekt lopen tegen onwillige verzekeraars aan. „In mijn polis staat dat ik ben verzekerd tegen schade door overstromingen, dus ik ben de schade gaan claimen. De verzekeraar stelt nu dat het schade door een aardbeving is geweest en daartegen had ik geen dekking. Dat gevecht zullen ik en veel van mijn collega’s dus de komende maanden nog moeten uitvechten”, aldus een van de hoteleigenaren.