OpinieOpinie

Term ”accoord van kerkelijke gemeenschap” tast karakter belijdenis aan

In het kerkelijke landschap komen heel soms wegen bijeen. Dat betreft nogal eens kerken met in de identiteitspapieren de formulering ”accoord van kerkelijke gemeenschap” of iets wat erop lijkt. Deze woorden van Abraham Kuyper worden nog steeds van stal gehaald. Maar hoe verantwoord is dat?

J.M. Vermeulen
12 June 2024 15:24
Veiling in Frascati Amsterdam, waar Kuyper met meerdere collega’s de Doleantie voorbereidde (circa 1925). beeld Stadsarchief Amsterdam
Veiling in Frascati Amsterdam, waar Kuyper met meerdere collega’s de Doleantie voorbereidde (circa 1925). beeld Stadsarchief Amsterdam

Abraham Kuyper lanceerde de fascinerende woorden ”accoord van kerkelijke gemeenschap” op de landelijke Conferentie van Gecommitteerde Kerkeraadsleden van 11 april 1883. De woorden stonden op alle presentielijsten, dus iedereen moest en kon het weten. Plaats van samenkomst was het grote Verkooplokaal Frascati in het hart van Amsterdam, waar Kuyper met meerdere collega’s de Doleantie voorbereidde. De term ”accoord” gebruikten ook latere neocalvinisten als H.V. Hogerzeil, J.L. Doedes, L.H. Wagenaar, W. Geesink, J.H. Landwehr, W.H. Gispen en P.J. Kromsigt. Dr. K. Schilder bediende zich ervan bij de Vrijmaking in 1944. Dat deden ook anderen en het gebeurt nog steeds. De Nederlands Gereformeerde Kerken aanvaardden in 2015 het Akkoord voor Kerkelijk Samenleven (AKS) .

Het woord ”accoord” doet denken aan een menselijke overeenkomst die met onderhandelen of meerderheid van stemmen tot stand is gekomen. Zoiets als: het op een akkoordje gooien en van weerskanten wat toegeven. Hiermee wordt het fundamentele karakter van de belijdenis aangetast en gaat het burgerlijke of civiele recht over het kerkrecht heersen. De kerk gaat dan sporen van een vereniging of organisatie vertonen, waarin de meerderheid beslist. Zo is vroeger of later, bedekt of onbedekt, de democratie de kerken binnengeslopen, zoals blijkt uit stemmingen over onder andere het zingen van gezangen en ”vrouw en ambt”. Dan beslist niet Gods Woord, niet de belijdenis, maar de meerderheid van stemmen over de geestelijke waarheid en de belijdenis. Met alle gevolgen van dien.

Belijdenis

Kuyper en diens opvolgers kozen als basis voor dat accoord Gods Woord en/of de Drie Formulieren van Enigheid (meestal samen, soms apart). Die formulieren vormen een samenvatting van de kernwaarheden van Gods Woord, de fundamentele kern van het geloof. Een kerkverband is een geloofsverband, dat alleen kan bestaan als alle erbij horende gemeenten hetzelfde geloven en belijden.

De Nederduitsche Gereformeerde Kerk heeft op de Dordtse Synode, op 30 april 1619, bij de vaststelling van de definitieve tekst van de formulieren plechtig beloofd „in deze rechtzinnige, godzalige en eenvoudige confessie des geloofs standvastig te willen volharden, haar aan de nakomelingen onvervalst te willen nalaten, en tot de komst van onze Heere Jezus Christus onvervalst te willen bewaren”. De synode stelde ondertekening ervan verplicht voor predikanten, schoolmeesters en catechiseermeesters.

De formulieren mogen dus niet worden veranderd, maar zijn door sommigen juist wél veranderd. De band met het verleden is daardoor verbroken. De geloofsleer is in de formulieren trouwens niet tot in detail uitgewerkt en er is best wat ruimte gelaten voor persoonlijke invulling en interpretatie. Toch kregen bedenkelijke synode- en leeruitspraken in de 20e eeuw regelmatig meer aandacht dan de Drie Formulieren van Enigheid. Die uitspraken hebben fors bijgedragen aan de spraakverwarring, de verdeeldheid en het blokkeren van kerkelijke eenheid.

Dordtse Kerkorde

Bij de kerkelijke vereniging van 1907, het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten, kreeg het accoord een andere basis: „Als accoord van kerkelijke gemeenschap wordt aanvaard en blijve gehandhaafd de D.K.O. vastgesteld in den jare 1619…” Het nieuw gevormde kerkgenootschap kreeg dus niet de belijdenis, niet het geloof, maar de kerkorde en het juridisch instituut als basis en grondwet. De eenheid lag nu in de organisatie en zo miste deze kerk, zij het onbedoeld, Gods Woord en de belijdenis als richtsnoer.

De Dordtse Kerkorde geeft praktische uitleg van alleen de kerkregering en niet van het geloof. Sommige artikelen zijn rechtstreeks aan het Woord ontleend en mogen niet worden gewijzigd, maar andere onderwerpen zijn na 1619 probleemloos gewijzigd of toegevoegd omdat de kerkelijke wereld in 1619 compleet anders was dan de huidige. De (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) hebben daarom eigen, veranderbare handleidingen om de DKO verantwoord te kunnen gebruiken. In de handreiking ”Eerlijk en met orde” van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (2021) zijn het ”accoord” en de DKO gehandhaafd.

Belangrijk principe

Gods Woord staat boven alles, ook boven de Drie Formulieren van Enigheid. Het is echter een belangrijk kerkprincipe –tegelijk een zwaarwegend afscheidingsprincipe– om die formulieren onverkort te handhaven. Kerken die deze absolute grondwet toch inhoudelijk veranderen, zijn strikt historisch gezien niet meer voluit gereformeerd en staan open voor doorgaande actualisatie. Het is voor alle denominaties –afgescheiden of niet, vrijgemaakt of niet, met of zonder convent– winnen of verliezen. Een zilveren medaille is er niet, een herkansing komt er niet, en een nieuw ”accoord van kerkelijke gemeenschap” zal de vloed niet meer keren.

De auteur is tekstschrijver en kerkhistoricus.

Meer over
Abraham Kuyper

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer