Ministerie vreesde na PVV-winst voor toekomst slavernijmuseum
Ambtenaren van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vreesden na de verkiezingen van 22 november voor bezuinigingen op het Nationaal Slavernijmuseum in Amsterdam. Dat blijkt uit stukken die het ANP heeft opgevraagd bij het departement. De grootste partij PVV is uitgesproken tegenstander van de excuses voor het slavernijverleden die zijn uitgesproken door vertrekkend premier Mark Rutte en later zijn herhaald door koning Willem-Alexander.
Toen Rutte zijn excuses eind 2022 uitsprak, beloofde hij ook om te investeren in een museum in het teken van het trans-Atlantische slavernijverleden. Het nu demissionaire kabinet heeft 29 miljoen euro toegezegd voor het gebouw en de gemeente Amsterdam eenzelfde bedrag.
Naar aanleiding van de verkiezingsuitslag hebben de gemeente Amsterdam en het ministerie vergaderd over de mogelijke gevolgen voor het slavernijmuseum. Dat valt te lezen in stukken die zijn opgevraagd met een beroep op de Wet open overheid (Woo). In de aankondiging van de vergadering noemen zij het „noodzakelijk” om een scenario op te stellen voor het geval de financiering uit Den Haag grotendeels wordt ingetrokken. Over 24 miljoen euro moet namelijk nog een besluit worden genomen door de minister of staatssecretaris die hier verantwoordelijk voor wordt in het nieuwe kabinet. „Door een nieuwe bewindvoerder kan dit mogelijk worden teruggetrokken”, schrijven de ambtenaren.
„De kans op toekenning van extra middelen is zeer onwaarschijnlijk”, verwacht de leiding van het ministerie bovendien. In een ander ambtelijk document vindt het ministerie het waarschijnlijk dat de PVV de „lead” heeft in een nieuw kabinet, wat inmiddels het geval is. „Geen slavernijmuseum?”, noemen de ambtenaren als mogelijk gevolg.
Andere documenten doen vermoeden dat de verkiezingsuitslag veel heeft losgemaakt bij ministeriemedewerkers. Een kleine week na de verkiezingen organiseerde de ambtelijke top online een bijeenkomst om hierop terug te blikken. „Dat er behoefte was aan deze bijeenkomst liet het grote aantal deelnemers zien”, schrijft de organisatie, die spreekt over circa duizend deelnemers.
Tijdens de bijeenkomst beloofde de ambtelijke leiding dat „bij OCW iedereen zichzelf kan zijn, waar je ook vandaan komt, op wie je stem is gevallen of van wie je houdt”, staat in een verslag. Even verder schrijft de opsteller: „Persoonlijk hoop ik echt dat we in Nederland ons naar aanleiding van de verkiezingsuitslag niet laten verleiden tot polarisatie, maar juist op zoek gaan naar de reële zorgpunten die er bij verschillende kiezers bestaan.”