F16’s en mariniers naar Afghanistan
Nederland stuurt eind maart waarschijnlijk vier F16’s en ongeveer honderd luchtmachtmilitairen voor ten minste een jaar naar Afghanistan. Verder wil het kabinet een bataljon van 750 mariniers beschikbaar stellen voor het bewaken van de orde en rust tijdens de parlements- en regionale verkiezingen in het land. Tot slot wil Den Haag geld uittrekken voor uitbreiding van de Nederlanse ambassade in Kabul en voor zogeheten Cimic-projecten in vooral de provincie Baghlan. De onderwerpen komen vrijdag aan de orde tijdens het wekelijkse kabinetsberaad.
Als de regering instemt met de voorstellen van Defensie, Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, worden de F16’s in eerste instantie gestationeerd op het internationale vliegveld van Kabul. Het detachement stelt de internationale veiligheidsmacht ISAF in staat zonodig op te treden op een hoog geweldsniveau.
Het F16-detachement kan eerst gebruikmaken van de faciliteiten van het Apache-team, dat eind maart na een zeer succesvolle inzet van een jaar terugkeert naar Nederland. De bedoeling is dat de gevechtsvliegtuigen later verhuizen naar de luchtmachtbasis Bagram, zodra die geschikt is gemaakt voor gebruik van de Nederlandse F16’s. Het vliegveld van Kabul krijgt dan een voornamelijk civiele bestemming.
Met de inzet van de mariniers komt Nederland tegemoet aan de oproep van de NAVO om bij te dragen aan een ordelijk verloop van de parlements– en regionale verkiezingen, die waarschijnlijk het voorjaar worden gehouden. Voor de verdere normalisering van het land zijn deze verkiezingen van groot belang. Waar de Nederlandse mariniers worden ingezet, komt later aan de orde.
Het grote belang dat dit kabinet hecht aan de ‘nazorg’ in Afghanistan, komt verder tot uiting in een uitbreiding van de ambassade en extra gelden voor kleine wederopbouwprojecten in vooral de provincie Baghlan. Hier is sinds vorig jaar augustus een Nederlands Provinciaal Reconstructieteam (PRT) aan het werk, dat zich inspant voor het herstel van het gezag van de centrale regering in de provincie. In totaal gaat het om een bedrag van 500.000 euro.