Libanese minister: Syrië trekt troepen terug naar Bekaa
Syrië trekt zijn troepen uit de Libanese kuststrook en de bergen achter de kustlijn terug naar de Bekaa-vallei in het oosten. De Libanese minister van defensie Abdul-Rahim Murad heeft dit donderdag bekendgemaakt. Murad zei dat Libanese en Syrische militairen overleggen over de vraag wanneer en op welke wijze de troepenverplaatsing zijn bestek moet krijgen.
Het Syrische ministerie van buitenlandse zaken zei eerder donderdag al dat Syrië zijn troepen uit een deel van Libanon zou terugtrekken. Uit de toezegging bleek dat er geen sprake is van een onmiddellijke, algehele terugtrekking, zoals die door de internationale gemeenschap wordt geëist. Wel werd gezegd dat Damascus bereid is te helpen bij het onderzoek naar de moord op de Libanese oud-premier Rafik Hariri, op 14 februari.
Het was voor het eerst sinds de moord op Hariri dat Damascus zich uitsprak over de kwestie van de terugtrekking.
Syrië stuurde in 1976 troepen naar Libanon, een jaar nadat daar een burgeroorlog was uitgebroken die het land tot 1990 zou teisteren. Sindsdien zijn verscheidene troepenverplaatsingen gerealiseerd en is het aantal militairen van 35.000 man teruggebracht tot 15.000 man. In het Akkoord van Taif heeft Syrië beloofd zijn troepen naar de Bekaa-vallei terug te trekken, gevolgd door een algehele terugtrekking. Die belofte is tot dusverre nooit ingelost.
Sinds de moord op Hariri hebben tienduizenden Libanezen tegen de Syrische aanwezigheid in Libanon geprotesteerd. De Libanese oppositie heeft de pro-Syrische Libanese regering en Syrië beschuldigd van betrokkenheid bij de moord op Hariri, die steeds meer opschoof in de richting van de oppositie. Daarbij speelde mogelijk een rol dat er voor april en mei parlementsverkiezingen in Libanon zijn gepland.
De VN, de Verenigde Staten, Frankrijk, de Europese Unie en de familie-Hariri hebben een internationaal onderzoek geëist naar de moordaanslag, die naast Hariri zestien andere mensen het leven kostte.
De Egyptische president Hosni Mubarak stuurde woensdag het hoofd van zijn inlichtingendienst naar Damascus in een kennelijke poging tot bemiddeling. Ook de secretaris-generaal van de Arabische Liga, Amr Moussa, deed afgelopen week Damascus aan.