Spanning stijgt rond Baltische Zee door Russische provocatie
Niets aan de hand, verzekerde Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov woensdag, toen internationale onrust was ontstaan over een tekst op de website van het Russische ministerie van Defensie. De wat cryptische tekst was een wetsvoorstel om de Russische territoriale wateren in de Baltische Zee eenzijdig te wijzigen.
Buurlanden reageerden als door een wesp gestoken; Litouwen riep de Russische ambassadeur op het matje. Binnen 24 uur was de tekst, zonder uitleg, van de website gewist.
De raadselachtige handelwijze van de Russische autoriteiten had een bedoeling, stelde de Litouwse premier Ingrida Simonyte: „Ze willen het vaag houden, om onrust en angst te veroorzaken.”
Donderdag stookte Rusland het vuurtje verder op. Grenswachten verwijderden in de nacht grensboeien in de rivier de Narva, die Estland van Rusland scheidt. „Het grensincident is onderdeel van een breder patroon van provocaties en hybride acties door Rusland, onder andere aan de zee- en landgrenzen in de Baltische Zeeregio”, reageerde EU-buitenlandchef Josep Borrell vrijdag.
NAVO-meer
De incidenten illustreren de grote spanningen rond de Baltische Zee. Dankzij de recente toetreding van Finland en Zweden zijn nu acht landen die de zee omringen NAVO-lid. Het negende land is Rusland. Alle landen hebben hun eigen territoriale wateren en daarbuiten een zogenoemde exclusieve economische zone (EEZ), die in internationale afspraken zijn vastgelegd. De grens wordt gemeten vanaf de kustlijn. Die kan veranderen, wat volgens Rusland aan de hand is. Maar eenzijdig de grenzen wijzigen mag niet, volgens internationaal recht.
Sinds de Finse en Zweedse toetreding staat de NAVO er in de regio een stuk sterker voor. Een NAVO-meer werd de Baltische Zee triomfantelijk genoemd: sluit het Kattegat, en het Russische scheepverkeer ligt plat. Maar die triomfantelijke term verhult dat Rusland, met zijn marine- en nucleaire raketbasis in Kaliningrad, in geval van oorlog allerminst vleugellam is. Het kan buurlanden bestoken, en de zee afsluiten met mijnen en raketten, waardoor aanvoer van troepen naar de Baltische staten over zee penibel wordt.
De zee is een drukbevaren scheepsroute, van groot economisch en militair-strategisch belang voor alle landen die eraan grenzen. Dat brengt grote risico’s met zich mee op incidenten die het NAVO-meer in een strijdarena kunnen veranderen.
Roestbakken
Veel schepen varen met voedsel, militair materieel en olie naar –of van– de Russische havens Kaliningrad, Primorsk en Sint Petersburg. Veelal behoren ze tot de schaduwvloot die Rusland inzet om sancties te omzeilen. De strafmaatregelen beperken westerse verzekeraars en scheepvaartbedrijven die Russische olie over zee vervoeren. Maar Rusland kan zijn oorlogskas blijven spekken dankzij tankers die onder de vlag varen van staten met lakse veiligheids- en verzekeringseisen, waaronder Mongolië, dat zelf geen zeekust of vloot heeft.
Het is volgens experts wachten op een milieuramp, met die slecht verzekerde roestbakken waarmee Rusland zijn olie slijt aan bijvoorbeeld India en China. De juridische mogelijkheden om die aftandse tankers tegen te houden, zijn beperkt. Als een land zich daar toch aan zou wagen, bestaat de vrees dat Moskou dat niet over zijn kant zal laten gaan. Ter vergelding zou Rusland bijvoorbeeld ‘per ongeluk’ een volle tanker kunnen laten leeglopen voor de Scandinavische kust.
Nord Stream
De regio rond de Baltische Zee is al toneel van Ruslands hybride oorlogvoering sinds de Oekraïneoorlog. Zo stoort Rusland de GPS-verbindingen, en daarmee het vliegverkeer, in het Baltische luchtruim. De zeebodem biedt de Russen volop mogelijkheden om NAVO-lidstaten te treffen. Daar liggen vitale gaspijpleidingen, stroomkabels en glasvezelkabels, vooral van de Scandinavische naar de Baltische landen.
Hoe kwetsbaar die zijn bleek in 2022, toen onbekende duikers op de bodem van de Baltische Zee de Russisch-Duitse gaspijpleidingen Nord Stream I en II opbliezen. Ook van de vernieling van een gaspijp en communicatiekabel tussen Estland en Finland, in oktober vorig jaar, is nog steeds niet duidelijk wie de dader is.
NAVO-lidstaten hebben de bewaking van de ondergrondse kritieke infrastructuur verbeterd. Maar het is praktisch onmogelijk om elk risico op sabotage te verhinderen. Zelfs als daders op heterdaad worden betrapt in internationale wateren, zijn de mogelijkheden om daartegen op te treden zeer beperkt. Militair optreden kan al gauw ontaarden in escalatie.