Gevluchte Oekraïense baptisten bijeen in Werkendam: „Wij moeten leren geduld te hebben en van harte te bidden”
Uit heel Europa kwamen zaterdag honderden Oekraïense baptisten naar Werkendam. Om daar te horen dat ze geduld moeten oefenen in tijden van oorlog. En dat God daardoorheen Zijn plannen uitvoert.
Bij de entree van het Brabantse dorp staan borden die de weg wijzen naar de Oekraïense ontmoetingsdag in de Bethelkerk van de gereformeerde gemeente (gg). Zo’n 800 mannen, onder wie veel voorgangers, zijn zaterdag vanuit heel Europa naar Werkendam afgereisd om de Broeder Conferentie van Oekraïense baptisten bij te wonen. De meesten zijn hun land na de Russische inval in 2022 ontvlucht. Velen komen vandaag uit Duitsland, anderen uit Polen, Tsjechië, België of Nederland zelf. Ook uit Oekraïne zijn deze dag broeders gekomen. „Sommigen hebben 24 uur gereden”, zegt Jos Hovestadt, voorzitter van de stichting ” Onder het kruis ”, die zich inzet voor gevluchte Oekraïners in Nederland en voor noodhulp in het getroffen land.
Op verzoek van enkele voorgangers heeft Hovestadt het kerkgebouw, waar elke zondagmiddag ook Oekraïense diensten plaatsvinden, beschikbaar gesteld voor de conferentie. De broeders maken deel uit van de Internationale Unie van Evangelie-Christen Baptisten, ook bekend als niet-geregistreerde baptisten.
Terwijl de broeders een plaatsje zoeken, zingt een mannenkoor voor in de kerk verschillende gezangen. Op de starttijd van tien uur zetten koperblazers een lied in. Het orkest zwelt aan tot een machtig geluid. Daarna opent een broeder de bijeenkomst met de groet: „Christos voskres!”, Christus is opgestaan! Drie keer klinkt het antwoord vanuit de kerkzaal: „Hij is waarlijk opgestaan!”
„In Oekraïne is een grote opwekking gaande te midden van al het lijden” - Nikolaj Antonjoek, voorzitter niet-geregistreerde baptisten
Loopgraven
Hovestadt heet de broeders welkom. „Slava Christos!” begint hij: Glorie aan Christus. Dan gaat hij over op het Nederlands. Een Oekraïense voorganger die al zo’n twintig jaar in België woont, vertaalt hem. „De reden dat wij hier zijn, is droevig”, zegt Hovestadt. „De oorlog kreeg, door de schuld van de mens, de kans om in Gods goede schepping door te dringen. Maar het is Gods trouw dat wij hier samen mogen zijn.”
De broeders zouden kunnen denken dat er in Nederland vrede is, zegt Hovestadt. „Er zijn hier geen tanks en loopgraven. Maar door Nederland loopt ook een frontlinie.” Hij noemt als voorbeelden drugsgebruik en abortus, maar ook wereldgelijkvormigheid onder christenen. „Dan passen de woorden uit Mattheüs 26: waakt en bidt.”
Hovestadt wenst „dat deze dag tot stichting en vertroosting mag zijn in uw leven. Dan kunt u met Paulus zeggen: Het leven is mij Christus, en het sterven gewin – achter welke frontlinie u ook leeft. Slava Christos!”
Opwekking
Nadat het koor Psalm 51 heeft gezongen –„Schep in mij een rein hart, o God”– beklimt de Russische voorganger Nikolaj Antonjoek de preekstoel. Lang niet als laatste overigens: preken, kooroptredens en samenzang vullen de rest van het dagprogramma. Ook brengen broeders uit verschillende gebieden in Oekraïne verslag uit over het evangelisatiewerk daar.
Antonjoek is voorzitter van de internationale broederschap, die in 1961 ontstond. Hij preekt over de discipelen in de storm op zee (Mattheüs 14). „De discipelen begrepen niet waarom Jezus niet meteen kwam helpen. We zien vaker in de Bijbel dat Jezus niet meteen komt. Wij moeten geduld leren hebben en meer en van harte bidden.”
Ook na Lazarus’ dood kwam Jezus niet meteen om hem op te wekken, vertelt Antonjoek. „Maar velen die kwamen om Martha en Maria te troosten, kwamen tot bekering toen ze het wonder van God zagen. Zo zien we ook vandaag in Oekraïne dat er een grote opwekking gaande is te midden van al het lijden. Kerken die vroeger leeg of halfleeg waren, zijn nu vol mensen. Velen komen tot geloof en bekering en worden gedoopt.”
Antonjoek eindigt zijn toespraak met een persoonlijk getuigenis. „Mijn vrouw kwam uit een niet-gelovig gezin. Sinds ze op haar zestiende tot bekering kwam, bad ze om de bekering van haar eigen ouders. Pas 22 jaar later gebeurde dat. Ik heb allebei mijn schoonouders gedoopt.
Soms denken jullie: de Heere heeft ons vergeten. Maar de Heere heeft Zijn eigen plan voor ons. Het belangrijkste is dat wij Zijn wil mogen vervullen. Hij zal ons zegenen.”
„Niets kan onze broederschap verdelen, ook politiek niet” - Alexander (52), baptistenvoorganger