Erwin en Joke zitten in een adoptietraject: „Worden heen en weer geslingerd tussen emoties”
Nee, niet weer. Dat dachten aspirant-adoptieouders Erwin (41) en Joke (36) van den Berg uit Capelle aan den IJssel toen ze via de media vernamen dat de minister weer een adoptiestop heeft afgekondigd. Zullen ze ooit een adoptiekindje in de armen kunnen sluiten?
Vier jaar zitten ze inmiddels in het adoptietraject. En intussen is de tweede adoptiestop een feit. Waar het in 2021 om een tijdelijke stop ging, gaat het dit keer om een definitieve stop, liet minister Weerwind van Rechtsbescherming dinsdag weten. Een kind uit het buitenland adopteren behoort daarmee definitief tot het verleden. Behalve voor stellen die al in een adoptietraject zitten.
Erwin en Joke zijn zo’n stel. Na lang wikken en wegen besloten ze vier jaar terug om een adoptieaanvraag te doen. „We zijn ongewenst kinderloos”, vertelt Joke vanaf haar werk als ambulanceverpleegkundige. „En er zijn genoeg kinderen op deze wereld die een veilig thuis nodig hebben. In Nederland zijn daar de voorzieningen voor. Zo willen we een klein hoopvol schakeltje zijn in een wereld vol nood.”
We wisten vooraf dat het adoptietraject iets van de lange adem is, zegt Joke. „Maar zo veel tegenslagen hadden we niet verwacht.” Het stel vulde vragenlijsten in, bezocht bijeenkomsten en werd aan onderzoeken onderworpen. Ze leerden hoe ze om moeten gaan met binding, verlies, opvoeding en de biologische ouders. En ze hoorden over het verleden: over gestolen kinderen, trauma’s, vervalste gegevens en slechte nazorg.
„We hadden ons voor het traject al flink verdiept in de misstanden rond adoptie”, vertelt Joke. Ook tijdens de procedure is er volgens hen veel aandacht voor wat er destijds allemaal misging. Die transparantie waardeert het stel, hoewel ze het wel lastig vinden dat de negatieve verhalen de boventoon voeren. „Niet alle adoptiekinderen voelen zich ongewenst of worstelen met hun identiteit.” De misstanden dateren bovendien volgens Erwin en Joke van meer dan 25 jaar geleden. „In de tussentijd is er veel veranderd.”
Zo werd onder meer de nazorg flink verbeterd en het aantal adoptielanden stevig verminderd. „Lang stonden de adoptieouders centraal. Nu draait het om het kind.” De vergunninghouders –de organisaties die bemiddelen bij interlandelijke adopties– werken volgens haar ook op een transparante manier. „Ze hebben vaste kindertehuizen waar ze mee samenwerken en bezoeken die ook regelmatig. Van de schimmige praktijken van vroeger is naar ons idee weinig over.”
„De ene keer kan de adoptie doorgaan, de andere keer staat het weer op losse schroeven” - Joke van den Berg, aspirant-adoptieouder
Erwin en Joke vinden de adoptiestop dan ook moeilijk te begrijpen, hoewel ze snappen dat minister Weerwind vanwege de Kamermeerderheid ook weinig keuze heeft. „Duizenden kinderen groeien op in armoede. In sommige landen zitten ze tot hun twaalfde in een kindertehuis en belanden ze daarna op straat. Daar is het criminele circuit vaak de enige optie. Is dat dan wat we willen?”
Journaal
Wat het stel ook dwarszit is dat de communicatie vanuit de overheid maar mondjesmaat is. Het nieuws rondom de adoptiestops vernamen ze zowel deze week als in 2021 via de media. „’s Middags hadden we een afspraak bij de Raad voor de Kinderbescherming over onze adoptie. ’s Avonds zagen we op het journaal dat er een adoptiestop was ingevoerd. Dat viel rauw op ons dak.”
Het stel vindt vooral de onzekerheid moeilijk. „De ene keer kan de adoptie doorgaan. De andere keer staat het weer op losse schroeven. We worden heen en weer geslingerd tussen emoties.” Vooralsnog heeft het stel de hoop en de verwachting ooit een adoptiekindje in de armen te kunnen sluiten. De procedure zal door de stop wel weer vertraging oplopen, denkt Joke. „Het gezinsonderzoek zou net van start gaan. Als dat goed is afgerond krijgen we beginseltoestemming om een kind te adopteren. Vanaf dan duurt het gemiddeld nog zo’n één tot drie jaar.”
„Ja, het voelt heel dubbel”, zegt Joke. „Wij hebben straks misschien een adoptiekindje, terwijl adoptie helemaal niet meer is toegestaan. Maar we hopen en bidden dat het wel zover mag komen.” En als het kindje er dan eindelijk is? „Dan gaan we er alles aan doen om het een warm thuis te bieden. En een toekomst vol van hoop.”