Bestuursrechter dwingt gemeente tot snelle beslissing azc Budel
De gemeente Cranendonck moet binnen drie weken een besluit nemen over de verlenging van de vergunning voor het azc in Budel. Dat heeft de bestuursrechter in Den Bosch woensdag beslist. Uiterlijk 7 juni moet de gemeente het besluit genomen hebben op straffe van een dwangsom die kan oplopen tot 15.000 euro.
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) had al een jaar geleden verlenging van de huidige vergunning aangevraagd. Volgens het COA heeft de gemeente de wettelijke termijn om een besluit te nemen voor het verlengen van die vergunning laten verlopen. De huidige vergunning voor het gebruik van de voormalige Nassau Dietzkazerne aan de Randweg-Oost in Budel voor de opvang van asielzoekers loopt op 1 juli af.
Het COA wilde dat de gemeente binnen twee weken alsnog een definitief besluit neemt over de vergunning voor het azc in Budel. De gemeente reageerde dat dit onmogelijk is. Volgens de advocaat van de gemeente kan een besluit op zijn vroegst pas in december vallen, omdat er nog een inspraakprocedure aan vooraf moet gaan. Volgens het COA had er in februari al een definitief besluit genomen moeten worden op de vergunningsaanvraag.
De gemeente wilde naar eigen zeggen de tijd nemen om tot een afgewogen besluit te komen. Op 21 mei bespreekt de raad het voorstel om de vergunning te verlengen, waarna begin juni een ontwerpbesluit ter inzage wordt gelegd. De gemeente verwachtte daarop een aantal zienswijzen, zodat een besluit pas eind dit jaar kan vallen. De advocaat van de gemeente kon woensdag overigens geen garantie geven dat de raad instemt met verlenging van de vergunning.
Al die tijd ligt er een voorziening zonder vergunning, aldus het COA. Zonder vergunning is onduidelijk wat er moet gebeuren met de 1500 asielzoekers in Budel. Het COA vreest dat deze mensen dan elders in het land opgevangen moeten worden.
De rechter besliste uiteindelijk dat de gemeente niet de door haar gewenste procedure kan volgen. De gemeente kan in hoger beroep gaan, maar dat heeft volgens de rechtbank geen opschortende werking.