Voorvechters willen Europese natuurherstelwet reanimeren
De voorvechters van de Europese natuurherstelwet doen een nieuwe poging die alsnog aangenomen te krijgen. De wet is mede door Nederlands verzet niet doorgegaan, maar een dozijn EU-landen legt zich daar nog niet bij neer. Onder andere Duitsland, Frankrijk en Spanje willen over een maand nog eens proberen de wet erdoor te krijgen.
De wet, die de snelle achteruitgang van de Europese natuur moet stoppen, is een belangrijk onderdeel van de zogeheten Green Deal. Dat pakket van klimaat- en milieumaatregelen werd de afgelopen jaren voortvarend ingevoerd, maar de weerstand is gegroeid en de klad zit erin. Dat wordt na de Europese verkiezingen van juni alleen nog maar erger, vrezen voorstanders van de natuurherstelwet. In juli treedt bovendien Hongarije voor een halfjaar aan als voorzitter van de EU-lidstaten. Hongarije is zo ongeveer de laatste lidstaat waarvan ze grote groene initiatieven verwachten.
Hongarije liep in maart op het laatste moment over naar het kamp van de tegenstanders. Die hadden daardoor net genoeg steun voor een blokkade. Voorzitter België bracht de wet daarop niet in stemming, maar liet de mogelijkheid open dat later alsnog te doen. Elf lidstaten onder leiding van Ierland willen dat dit op 17 juni gebeurt, als de milieuministers in Luxemburg bijeenkomen.
Tegen de wet is onder meer veel weerstand onder boeren, die al grote moeite hebben om aan de huidige regelgeving te voldoen en nog strengere milieuregels als een bedreiging voor hun bedrijven zien. Maatschappelijke organisaties schrijven in een open brief aan Europese beleidsmakers juist dat een gezonde natuur noodzakelijk is „om onszelf te voeden, schoon water te drinken, schone lucht in te ademen en in een veilig klimaat te leven”.
Onder meer Greenpeace, Oxfam en het Wereld Natuur Fonds vinden dat landen die aansturen op het afzwakken of terugdraaien van groene maatregelen „de levens riskeren van de mensen die ze vertegenwoordigen”. Ze zien daarin „een opportunistische poging om wat extra stemmen te vergaren” bij de verkiezingen voor het Europees Parlement op 6 juni.