ANWB zegt: Meer klompenpaden; boer Van Rooijen heeft er al jaren een
Wandelen langs de koeien, weilanden en sloten: het wordt steeds populairder. Maar omdat steeds meer natuur wordt beschermd kunnen wandelaars minder vrijuit struinen, zeggen de ANWB en Wandelnet. De organisaties zien daarom kansen in klompenpaden als die van melkveehouder Van Rooijen.
Als het aan de ANWB en Wandelnet ligt komt er een Nationale Boerenlandpadenregeling, die de honderden klompenpaden in Nederland formaliseert. Dit houdt in dat alle boeren die een strookje land openstellen voor wandelaars hier dezelfde vergoeding voor krijgen en een verzekering tegen mogelijke schade. Nu is het zo dat dit per provincie of zelfs per gemeente anders is geregeld. Uit het onderzoek dat aan de oproep is gekoppeld, blijkt dat twee derde van de ANWB-leden best zou willen wandelen over de randen van akkers en weilanden, maar slechts een kwart doet dit ook. Er valt daarom terrein te winnen volgens de organisaties.
Melkveehouder Geurt van Rooijen uit Wageningen biedt sinds 2014 al de mogelijkheid aan voor bezoekers om over een zeshonderd meter lange strook van zijn weiland te wandelen. Elke dag lopen er mensen, volgens de boer. Het pad werd zo populair dat de gemeente zelfs bankjes heeft geplaatst langs het pad. „Bij mooi weer zitten die bijna altijd vol’’, zegt de agrariër.
„Er zijn in Putten klompenroutes die gebaseerd zijn op oude kerkpaden.” - Erik van Eek
Hij zegt dat veel boeren er niet van houden als er vreemde mensen over hun land lopen, uit vrees voor schade aan gewas of het verstoren van het vee. „Stel dat wandelaars honden meenemen, die op klompenpaden verboden zijn, dan kunnen koeien neospora krijgen. Dit kan de dood van een ongeboren kalfje veroorzaken. Honden kunnen ook de natuur verstoren en weidevogels wegjagen.’’ De jaarlijkse vergoedingen van provincies, die variëren van 0,45 tot 1,12 euro per meter, zijn voor veel boeren ook geen reden.
Morele plicht
Toch besloot Van Rooijen om een stuk van zijn weiland open te stellen. „Ik had als boer kunnen zeggen: Ik ben de baas van dit land, punt. Maar het voelt bijna als een morele plicht om dit mooie stuk land aan bezoekers te laten zien. Ze kijken vanaf daar zo uit op de Grebbeberg en de Rijn, samen met het Binnenveld vormt dat allemaal samen een prachtig landschap. Als boer wil ik niet met mijn rug naar de samenleving staan.’’ Hij zegt dat hij in al die jaren met wandelaars nog nooit overlast heeft meegemaakt en ook geen honden heeft gezien.
Het strookje land van Van Rooijen maakt deel uit van een groter, zogeheten klompenpad. De projectleider achter deze route is Erik van Eek van Stichting Landschapsbeheer Gelderland. Hij ontwikkelt deze samengestelde wandelpaden voor gemeentes. Hij probeert daarmee de bezienswaardigheden van een gebied aan elkaar te verbinden door grondeigenaren zoals boeren over te halen een stukje van hun land tijdelijk en onder voorwaarden open te stellen. Inmiddels is hij verantwoordelijk voor 124 klompenpaden.
Kerkenpaden
Een Nationale Boerenlandpadenregeling, waar ANWB en Wandelnet voor pleiten, vindt Van Eek een goed idee. „Als er op landelijk niveau één beleid komt, in plaats van per gemeente, worden voor elke boer de verzekeringen en vergoedingen hetzelfde geregeld en ontstaat er meer duidelijkheid.’’
Van Eek is ongeveer anderhalf jaar bezig om een klompenroute te ontwikkelen. Het initiatief voor zo’n wandelroute ontstaat vaak uit de behoefte van een gemeente en hun bewoners om het verhaal van een dorp of streek te vertellen. Iedereen heeft inspraak op de avonden die de stichting organiseert. „Historische verenigingen zeggen dan meestal dat de route langs een bepaald kasteel moet gaan, de groenere inwoners noemen plekken waar bepaalde diersoorten vertoeven en ondernemers hebben graag dat de route langs hun terras loopt.’’
Veelal gaan de routes over historische wegen die verdwenen zijn door ruilverkaveling. „Er zijn in Putten bijvoorbeeld klompenroutes die gebaseerd zijn op oude kerkpaden, deze waren voor kerkgangers de kortste weg naar de kerk en vaak ging dat via weilanden en akkers. Door klompenpaden worden deze oude weggetjes gelukkig weer toegankelijk voor toeristen en inwoners.’’