„Een minimale bijdrage aan een maximaal probleem”
Gebroederlijk zitten de volwassenen achter een tafel de krant te lezen. Jongeren vermaken zich op de computer met spelletjes. In de leeszaal van het democratiseringscentrum ”Nieuwe Hoop” in Srebrenica proberen Serviërs en moslims het verleden te laten rusten en gezamenlijk een nieuwe toekomst op te bouwen.
De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) nam in 1999 het initiatief voor de oprichting van het democratiseringscentrum, vertelt de Servische Slavica Leka, een van de medewerksters van het centrum. Een jaar later besloot het centrum met toestemming van de gemeente zelfstandig verder te gaan. Steun krijgt Nieuwe Hoop niet alleen van verschillende donororganisaties, maar ook van de Nederlandse ambassade.
De belangrijkste voorziening van het democratiseringscentrum is de leeszaal, zegt Slavica, die na het akkoord van Dayton in 1995 vanuit Sarajevo naar Srebrenica kwam. In de zaal liggen kranten en tijdschriften uit Bosnië-Herzegovina, Kroatië en Joegoslavië. „Zo hebben de bezoekers van de leeszaal toegang tot verscheidene informatiebronnen en kunnen ze hun eigen oordeel vormen over maatschappelijk en politieke ontwikkelingen in de regio en de achtergronden daarvan.”
Een andere activiteit van het centrum is het beleggen van discussieavonden, waarop burgers, politici, vertegenwoordigers van non-gouvernementele organisaties en andere instanties met elkaar van gedachten kunnen wisselen over thema’s als vluchtelingen, wetgeving en media. Nog niet zo lang geleden discussieerden de inwoners van Srebrenica over de vraag of scholen het vak godsdienst mogen onderwijzen en op welke manier dat dan moet gebeuren. „De discussie over dit gevoelige onderwerp verliep zonder problemen”, aldus Slavica.
Nieuwe Hoop probeert met zijn activiteiten een sfeer van openheid en tolerantie te creëren, zodat Serviërs en moslims weer een gezamenlijke toekomst kunnen opbouwen. Over de resultaten tot nu toe is Slavica tevreden. „Serviërs en moslims uit alle leeftijdscategorieën en lagen van de samenleving participeren op gelijke voet in de activiteiten van het centrum. De leeszaal telt dagelijks zo’n vijftig bezoekers. Nog steeds komen er nieuwe gezichten bij.”
Slavica hoopt dat het democratiseringscentrum een bijdrage kan leveren aan het verzoeningsproces dat volgens haar voorzichtig op gang is gekomen. „De houding van de mensen is vergeleken met 1996 in positieve zin veranderd.”
Praten over het verleden doen de mensen zelden, meent Slavica. „Alleen als dat op een discussie-avond ter sprake komt. Een spontaan gesprek in de leeszaal over dit thema is een zeldzaamheid. Het verleden is bekend. De belangstelling ervoor is gering. De mensen voelen zich verraden en zijn meer bezig met de zorgen van alledag en hun toekomst.”
Nieuwe Hoop is niet de enige instelling die in Srebrenica de mensen weer bij elkaar probeert te krijgen. Ook de Werkgroep Nederland-Srebrenica (WNS) is met dat doel in de Bosnische stad vertegenwoordigd. De Nederlandse organisatie, die in 1997 werd opgericht, heeft sinds februari vorig jaar een zogenaamde ”permanente civiele aanwezigheid” in Srebrenica.
Onder leiding van coördinator Bob Janssen (32) proberen vrijwilligers uit Nederland twee maanden lang een bijdrage te leveren aan het verzoeningsproces door onder andere het organiseren van allerlei activiteiten, zoals het gezamenlijk opknappen van het stadspark of uitwisselingen tussen Servische en moslimstudenten. Verder treedt de werkgroep bemiddelend op tussen overheid en burgers en wijst ze inwoners van de stad de weg naar de juiste instanties als er problemen zijn.
Een recent initiatief is het ”kettingzaagproject”. Mensen uit Srebrenica en omgeving krijgen van de werkgroep tuingereedschappen te leen om hun tuinen op te knappen en weer voor eigen groeten en fruit te gaan zorgen.
De werkgroep tracht vooral ingang te vinden bij de jeugd, zodat via hen ouders weer met elkaar in contact komen. Een mooi voorbeeld daarvan is het vliegerproject. Onder toeziend oog van een aantal vrouwen van de beweging ”Vrouwen voor Vrede”, die zich als vrijwilliger aanmeldden, konden kinderen uit Srebrenica onlangs samen hun eigen vlieger maken. Dat het idee een succes was, bleek wel uit de vele vliegers die de kinderen na afloop in de straten van Srebrenica oplieten.
Dat de gevoeligheden tussen Serviërs en moslims nog niet zijn verdwenen, ervoer Vincent Benner (41), een van de vrijwilligers van de werkgroep. Hij houdt zich onder meer bezig met de automatisering van het gemeentehuis. Toen hij een medewerker van de gemeente vroeg of er toetsenborden met Latijnse of met Cyrillische letters moesten komen, bleek die vraag helemaal verkeerd te landen. Zijn argeloze vraag werd geïnterpreteerd als een politieke opmerking, waar veel meer achter schuilging.
Bettie ten Cate (53) uit Culemborg is ook vrijwilliger voor de WNS. Met haar aanwezigheid in Srebrenica probeert ze een bijdrage te leveren aan het voorkomen van onrecht. „Vanuit mijn christelijke opvoeding kreeg ik al vroeg mee dat ik niet alleen voor mezelf op de wereld ben maar ook voor anderen.” Dat ze niet in staat is alle problemen op te lossen, beseft ze terdege. „Ik heb het altijd maar over een minimale bijdrage aan een maximaal probleem. Dat voorkomt teleurstellingen en frustraties.”
Twee jaar geleden bezocht ze een aantal vluchtelingenkampen in Bosnië. Dat hield de maatschappelijk werkster zo bezig, dat ze in overleg met haar werkgever besloot twee maanden als vrijwilligster naar Srebrenica te gaan. Financieel wordt ze gesteund door haar kerkelijke gemeente en haar werkgever.
Over de mate waarin de WNS haar doelstellingen weet te realiseren, is coördinator Bob Janssen voorzichtig. „We proberen met ons werk een mentaliteitsverandering onder de mensen teweeg te brengen. We hopen dat ze gaan inzien hoe dwaas het was om achter hun leiders aan te lopen. Natuurlijk bereik je niet iedereen. Er blijven in Srebrenica ook radicalen, die van geen verzoening willen weten. Feit is wel dat er momenteel weinig problemen zijn tussen de verschillende etniciteiten.”