EU-landen vieren uitbreiding van EU en denken na over vetorecht
Discussies over het gebruik van het vetorecht binnen de EU zijn onvermijdelijk bij een toekomstige EU-uitbreiding. Dat zei Eurocommissaris Vera Jourova (justitie) na een vergadering van de ministers van Europese Zaken van de huidige 27 EU-landen en de tien eventuele nieuwe lidstaten. De vergadering was er speciaal om te vieren dat het woensdag twintig jaar geleden is dat de Europese Unie in één klap uitbreidde van vijftien tot 25 landen.
Jourova zei zelf sentimenteel te zijn onder het onderwerp. Als Tsjechische weet ze nog goed hoe het in 2004 voelde om opeens tot de EU te behoren. Tsjechië is er „sterker, veiliger en rijker” van geworden. De voordelen, zo benadrukte ze, zijn er niet alleen voor de toetredende landen, maar voor de EU als geheel. Vooral nu de dreiging van Rusland opnieuw is toegenomen.
De vraag is alleen of de EU na een uitbreiding met landen als Albanië en Oekraïne wel bestuurbaar blijft. Volgens Jourova is het duidelijk dat vooral kleine en middelgrote landen bang zijn voor verlies van vetorecht en dus zelfstandigheid in discussies met de grote EU-landen. Maar volgens Jourova hoeft niemand bezorgd te zijn dat bij aanpassing van het vetorecht er sprake zal zijn van Europese beïnvloeding van nationale zaken als belastingen of familiezaken. Volgens haar is het doel alleen om sneller te kunnen beslissen rond Buitenlandse Zaken en Defensie, onderwerpen „die absoluut existentieel zijn voor ons”.
De regels voor het toezien op de rechtstaat moeten misschien nog strenger worden, denkt Jourova. Want volgens de eurocommissaris gaat het bij een toekomstige uitbreiding niet alleen om economie, maar ook om het versterken van „wederzijds vertrouwen tussen lidstaten en de inwoners van de EU”.
De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib, die de vergadering had voorgezeten, viel haar bij. „De EU is geen ticketmachine en geen organisatie van transacties.” Lahbib stelde ook vast dat de vergadering „ons een idee heeft gegeven hoe het is om dergelijke zaken niet met 27 EU-landen, maar met 37 te bespreken”.
Pas de nieuwe Europese Commissie, die wordt samengesteld na de Europese verkiezingen, komt eventueel met concrete voorstellen.