Brabant gaat door met stikstofaanpak en ziet ‘op termijn’ ruimte
Ook de komende jaren moeten alle sectoren in Noord-Brabant bijdragen om de stikstofuitstoot te verminderen. Gedeputeerde Wilma Dirken (stikstof) denkt dat daardoor in enkele gebieden „op termijn” meer ruimte komt voor bijvoorbeeld, woningbouw, (boeren-)bedrijven en aanleg van wegen.
Hoewel Brabant voor een enorme stikstofopgave staat en aanloopt tegen de grenzen van wat de natuur aankan, ziet Dirken kansen „om sommige regio’s in Brabant op termijn open te houden”. Dat zei de gedeputeerde bij de update van de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof (BOS). In het plan, dat volgens haar „geen wondermiddel is”, staan maatregelen voor industrie, mobiliteit en landbouw. De provincie houdt bijvoorbeeld vast aan eerdere maatregelen als strengere uitstootnormen voor de veehouderij in de omgeving van beschermde Natura 2000-gebieden. Onderzoek naar de effecten daarvan loopt nog.
Dirken verwacht onder meer dat de nieuwe maatregelen ervoor zorgen dat aan de landelijke eis wordt voldaan om de ammoniakuitstoot door de landbouw in 2030 met 7 kiloton te verminderen. Dat en effecten van andere maatregelen geven ruimte, maar niet in heel Brabant. In natuurgebied de Brabantse Wal bijvoorbeeld helpen de maatregelen vooralsnog weinig, want in het gebied belandt ook stikstof van bedrijven uit het Antwerpse havengebied. Meer dan 40 procent van de stikstof in Brabantse Natura-gebieden komt uit het buitenland, aldus de provincie. Om dat aan te pakken, wordt samengewerkt met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Het Brabantse concept-plan wordt de komende tijd besproken met Provinciale Staten en betrokken organisaties.