Provincie Friesland en gemeenten weer op één lijn over woningbouw
De provincie Friesland en vier grote Friese gemeenten zijn het eens geworden over een aanpak van de woonopgave. Waar de gemeenten en provincie eerst nog onenigheid hadden rond het thema woningbouw, laat de provincie nu weten dat een begin is gemaakt met een „gezamenlijk gedragen Fries woonplan”.
De wethouders van Smallingerland (waar Drachten ligt), Heerenveen, Súdwest-Fryslân (Sneek) en Leeuwarden hebben dinsdagavond gesproken met de Vereniging van Friese Gemeenten en de gedeputeerde wonen van de provincie, Sijbe Knol (Fryske Nasjonale Partij). Die was eerder deze maand nog kritisch op het plan van de vier gemeenten om samen minstens 15.000 extra woningen te bouwen. Knol wil namelijk niet dat alle nieuwe woningen in de provincie in de grotere plaatsen komen te staan.
Deze week is dan toch „een open en constructief gesprek gevoerd”. Volgens de provincie is „onderkend” dat „de grote huidige en toekomstige opgave een plek moet en kan krijgen in zowel stedelijke als plattelandskernen en op de Waddeneilanden”. In het najaar organiseren de gemeenten en de provincie samen een Fries wooncongres.
Wethouder in Leeuwarden Hein de Haan zei dat de vier grote gemeenten het belang erkennen van een „breed Fries verhaal” met „respect voor de verschillende schaalniveaus en uitdagingen”. Gedeputeerde Knol erkende dat er veel voordelen zitten aan het plan om een Fries Stedelijk Netwerk te vormen en zo mogelijk extra geld te kunnen krijgen van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Friesland moet ongeveer 21.000 woningen bouwen voor 2030. De vier gemeenten zeiden eerder als de Lelylijn er komt zelfs 25.000 woningen te kunnen bouwen. De komst van de Lelylijn is woensdag een stap dichterbij gekomen doordat het Europees Parlement de spoorverbinding heeft goedgekeurd. De spoorlijn zou van Lelystad naar Groningen moeten lopen, mogelijk via Heerenveen en Drachten, maar de komst daarvan is nog niet zeker.
Donderdag werd ook bekend dat elf Friese gemeenten in totaal 4 miljoen euro krijgen van de regering om 708 woningen te bouwen in kleinere plaatsen. Dat is de helft van het benodigde geld, de elf gemeenten moeten de andere helft betalen. Met het geld moeten vijftien woningbouwplannen worden bekostigd.