Kloof tussen klimaatzorgen en duurzaam gedrag Nederlanders
Mensen die zich zorgen maken over klimaatverandering en vinden dat ze moeten bijdragen aan de oplossing ervan, laten dat niet zien in duurzamer gedrag. Dit wijst onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) uit. Vooral mensen met een hbo- of wo-opleiding en een relatief hoog inkomen maken zich zorgen over het klimaat, maar hun gedrag is nauwelijks duurzaam. Mensen met een praktische opleiding en een relatief laag inkomen gedragen zich daarentegen veel duurzamer dan de gemiddelde Nederlander, terwijl zij minder zorgen over het klimaat hebben.
Driekwart van de Nederlanders is bezorgd over het klimaat en vindt dat er actie moet worden ondernomen om klimaatverandering tegen te gaan. Toch voelt maar een op de twee Nederlanders zich persoonlijk verantwoordelijk. In 54 procent van de gevallen zijn Nederlanders niet bereid hun leefstijl aan te passen. Ze willen zich vooral aanpassen als duurzaam gedrag goedkoper is dan niet-duurzaam gedrag, aldus de onderzoekers. Klimaatbeleid gericht op het financieel belasten van niet-duurzaam gedrag lijkt dan ook effectief. Maar volgens het SCP heeft dit ook een keerzijde. Niet-duurzame keuzes worden dan een luxe voor rijke mensen.
45 procent vindt dat er urgentere problemen zijn die aangepakt moeten worden, zoals asiel en migratie en de houdbaarheid van de zorg. Zij hebben het gevoel dat een kleine groep mensen klimaatmaatregelen aan de rest wil opleggen en zijn bang nergens meer van te mogen genieten. 61 procent vindt dat de kosten van het klimaatbeleid niet eerlijk worden verdeeld tussen arme en rijke Nederlanders en tussen burgers en bedrijven (70 procent). Volgens Nederlanders moeten de grootste vervuilers het meest betalen, net als mensen met meer inkomen.
Het SCP noemt verschillende manieren om de kloof tussen duurzaam denken en doen te dichten. Onder meer financiële prikkels en rechtvaardig beleid kunnen ervoor zorgen dat mensen hun gedrag aanpassen. Ook wijst onderzoek uit dat mensen pas gaan bewegen als anderen dat ook doen. Daarnaast kan het helpen als mensen met elkaar in gesprek gaan over de achterliggende overtuigingen van hun houding en wat er nodig is om duurzamer te leven. Geschikte locaties hiervoor zijn bijvoorbeeld geloofsgemeenschappen, stellen de onderzoekers.