DAMASCUS/BEIROET (AP) – De Syrische president Bashar Assad heeft secretaris–generaal Amr Moussa van de Arabische Liga gezegd dat hij „spoedig” stappen zal zetten om het Syrische leger uit Libanon terug te trekken. Dat heeft Moussa maandag na een onderhoud met Assad gezegd.Moussa zei dat Assad tegenover hem verscheidene malen had beklemtoond dat hij vastbesloten is het Akkoord van Taif uit te voeren. De overeenkomst, die is genoemd naar de Saudische stad waar hij werd gesloten, maakte in 1989 formeel een einde aan de Libanese burgeroorlog. Een van de bepalingen van het akkoord zegt dat de Syriërs binnen twee jaar moeten worden teruggetrokken uit de Oost–Libanese Bekaa–vallei.

Volgens Moussa had Assad gezegd: „De Syrische terugtrekking maakt deel uit van het Syrische beleid en we zullen spoedig stappen in die richting zetten.”

Assad lijkt met de verklaring gehoor te geven aan oproepen van de Verenigde Naties, Frankrijk en de Verenigde Staten voor terugtrekking van de Syrische troepen en de beëindiging van de activiteiten van de Syrische militaire inlichtingendienst in Libanon. Het Syrische staatspersbureau SANA berichtte wel over het onderhoud tussen Assad en Moussa, maar maakte geen enkele melding van plannen voor een spoedige terugtrekking uit Libanon.

Moussa zei dat Assad ook grote belangstelling had getoond voor de uitslag van het onderzoek naar de moord op de Libanese oud–premier Rafik Hariri en zich positief had uitgelaten over deelname van een VN–commissie daaraan. Hariri was een van de architecten van het Akkoord van Taif. De Syrische troepen in Libanon zijn sinds 2000 herhaaldelijk gehergroepeerd, maar van enige substantiële terugtrekking is nog geen sprake geweest. De VN namen met het oog op de beoogde volledige terugtrekking op 2 september 2004 een resolutie aan. De VS kondigden vorig jaar om diezelfde reden sancties tegen Damascus af.

De Amerikaanse president George Bush onderstreepte maandag tijdens zijn bezoek aan Brussel nog eens dat Damascus een einde moet maken aan de bezetting van Libanon.

In Beiroet gingen maandag tienduizenden Libanezen de straat op om te protesteren tegen de aanwezigheid van Syrische militairen in het land en tegen de pro–Syrische regering die de Syriërs de hand boven het hoofd houdt. Het was maandag precies een week geleden dat Hariri bij een bomaanslag de dood vond. Velen in Libanon houden Damascus verantwoordelijk voor de aanslag.

De betogers kwamen bijeen op de plek waar Hariri’s autocolonne door de explosie werd getroffen. „Weg met Syrië, wij willen geen parlement dat optreedt als een portier voor de Syriërs”, was een van de leuzen. In andere leuzen werd Assad uitgescholden. Velen droegen een portret van Hariri.

De betogers droegen de rood–witte kleuren van de Libanese vlag, die het symbool zijn geworden van de ‘onafhankelijkheidsopstand’, een tot dusver vreedzame campagne voor het vertrek van de Syrische troepen. Vertegenwoordigers van studentenorganisaties en oppositiepartijen overhandigden de betogers een rode roos.

Voor de demonstratie protesteerden ongeveer dertig parlementsleden van de oppositie op de trappen van het parlementsgebouw tegen een geplande discussie over de verkiezingen van april en mei. De oppositie zei iedere parlementszitting te zullen boycotten zolang er geen speciale zitting wordt gehouden over de moord op Hariri. Parlementsvoorzitter Nabih Berri stemde met hun eis in en besloot het debat op te schorten.