Advocaat: Shell mag niet slechter worden van eigen hoger beroep
Shell mag niet slechter worden van het hoger beroep dat het zelf heeft aangetekend in de klimaatzaak. Advocaat Daan Lunsingh Scheurleer, die het bedrijf vertegenwoordigt, heeft donderdag voor het gerechtshof benadrukt dat dit in strijd zou zijn met het recht. Volgens Lunsingh Scheurleer zou Shell er „in ernstige mate” op achteruitgaan als het gerechtshof meegaat in de uitleg die de advocaten van Milieudefensie geven aan een deel van de uitspraak die de rechtbank in eerste aanleg deed.
Volgens Milieudefensie volgt uit dat vonnis dat Shell niet zomaar fossiele bedrijfsonderdelen mag doorverkopen om de eigen uitstoot van broeikasgassen te verlagen. Als die onderdelen blijven draaien, daalt de uitstoot immers niet echt. „Voor ons is duidelijk dat het om een beperking van emissies naar de atmosfeer gaat”, zei advocaat Roger Cox. „Ik heb zeker niet het gevoel dat dit uit de lucht komt vallen.”
De raadslieden van Shell denken daar heel anders over. Lunsingh Scheurleer stelde dat hiermee in feite „een halvering” van het olie- en gasbedrijf wordt geëist. Hij wees op het principe dat bekendstaat als ‘reformatio in peius’, Latijn voor een verandering ten kwade. Dat mag volgens hem niet in deze zaak, omdat alleen Shell beroep heeft aangetekend. Milieudefensie deed dat niet, omdat het tevreden was: de rechter bepaalde dat Shell de uitstoot die het veroorzaakt met 45 procent moet verlagen voor eind 2030.
„In eerste aanleg hebben de eisers geen verbod gevorderd op het afstoten van bedrijfsonderdelen”, zei de advocaat van Shell. Hij ziet dit als nieuwe eis.
De voorzitter van het hof zei dat het punt de rechters was opgevallen. Ze gaf er nog geen oordeel over.