Kamer roept om actie om burgers te beschermen tegen industrie
Vooral linkse partijen hebben felle kritiek op demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat). Zij doet wat hen betreft veel te weinig om de gezondheid te beschermen van mensen die rondom zware industrie wonen. Met name haar ‘actieagenda’ vinden de partijen ondermaats. Ook NSC en VVD willen concretere acties zien van de staatssecretaris.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid schreef bijna een jaar geleden dat een betere bescherming tegen de uitstoot van industrie „mogelijk en noodzakelijk” is. Overheden moeten de regels beter inzetten, maar dat bedrijven zich aan de regels houden sluit ook niet uit dat ze gezondheidsschade veroorzaken. Burgers kunnen hun klachten moeilijk kwijt.
Volgens Ines Kostić (PvdD) is het plan van Heijnen een „doorschuifagenda” - „compleet respectloos voor omwonenden”. Mpanzu Bamenga (D66) wees erop dat woorden als ‘onderzoeken’ en ‘verkennen’ tientallen keren in die brief voorkomen. Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA) riep op tot strengere regels. NSC’er Olger van Dijk wil meer actie zien van de staatssecretaris, en ook VVD-Kamerlid Hester Veltman vindt het belangrijk dat er „resultaten komen”.
Andere Kamerleden toonden zich bezorgd om de gezondheid van mensen die dicht bij industrie wonen, maar wezen ook op het „vestigingsklimaat”, oftewel de mogelijkheid dat bedrijven buiten Nederland verdergaan. Dat geldt met name voor Mona Keijzer (BBB), die zei: „werk is ook in het belang van omwonenden.”
„Het beeld wordt geschetst dat ik alleen maar onderzoeken doe, maar daar wil ik toch iets tegenover zetten”, reageerde Heijnen op de kritiek. „De afgelopen twee jaar is veel gebeurd om stappen te zetten.” Ze noemde onder meer een versterking van het stelsel van toezicht en handhaving, en het herzien van Europese regels. De vele onderzoeksopzetten in de agenda zijn volgens haar ook terecht: „goed beleid begint met goed onderzoek”.
De Kamerleden waren niet overtuigd. „De staatssecretaris zit er al tweeënhalf jaar”, zei Bamenga. „Als we dan een uitstelagenda krijgen, vind ik dat we kritisch mogen zijn.” Kostić waardeert de inspanning van Heijnen, maar „we merken er nog niks van”. Gabriëls vindt dat de discussie niet gaat over of het kabinet genoeg doet, hij wil vooral de punten uit de actieagenda concreet maken. „Er is niemand die de actieagenda bejubelt.” Hij hoopt dat de staatssecretaris openstaat voor voorstellen uit de Kamer daartoe, iets wat zij toezegt.