Bergen, waar Lucebert tientallen jaren heeft gewerkt en gewoond, heeft kunst van hem in de gemeentelijke kunstcollectie. De gemeente zegt in een verklaring dat er de afgelopen jaren onrust is ontstaan „over hoe om te gaan met de kunst van Lucebert en zijn nalatenschap voor zover in de gemeente aanwezig”.

Volgens de gemeente was Lucebert „een veelzijdig iemand, ook als mens, maar in een periode aan de vooravond van zijn dichterschap deed hij uitingen waarvan je je kunt afvragen: wat was er toen aan de hand en wat vinden wij daar eigenlijk van?” Het onderzoek van het Literatuurmuseum moet daar opheldering over geven en zal de brieven vanuit verschillende invalshoeken belichten. De resultaten worden in het eerste kwartaal van 2025 verwacht.

Het Literatuurmuseum verwierf in 2022 een stapel brieven die de toen nog aanstormende, jonge dichter schreef aan zijn jeugdvriendin Tiny Koppijn (1924-2016). In de brieven, de meeste ondertekend met de Hitlergroet ‘Sieg Heil’, staan onder meer pleidooien voor een groot Germaans Rijk.

Lucebert geldt als een van de grootste naoorlogse dichters. Hij ontving onder meer de P.C. Hooftprijs en de Prijs der Nederlandse letteren.