Hoe Romeinen hun tegenstanders kruisigden; „dieper kon Hij niet gaan”
Hij is gefascineerd door een Romeinse executie: de kruisiging. Maar alle eeuwenoude teksten en archeologische vondsten vertellen voor dr. Ruben van Wingerden uiteindelijk niet het hele verhaal. „Het Nieuwe Testament laat zien dat Jezus niet dieper kon gaan dan aan het kruis.”
In de evangelische gemeente waarin Van Wingerden opgroeide, nam het navolgen van Christus –„Zijn kruis opnemen”– een belangrijke plaats in. En tijdens zijn studie theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam raakte hij geïnteresseerd in de historische achtergrond van Jezus’ kruisiging. Van Wingerden, docent Nieuwe Testament aan de Universiteit van Tilburg,promoveerde vorig jaar op de vraag hoe de eerste christenen de oproep van Jezus om Zijn kruis te dragen –bijvoorbeeld in Markus 8:34– uitlegden. „Ze interpreteerden deze woorden vooral met het oog op martelaarschap”, zegt hij. „De oproep om Jezus achterna te gaan en je kruis op te nemen, betekende sterven voor Hem.”
Maar wat was kruisiging precies? Daarover schreef Van Wingerden een volgend boek, ”Romeinse kruisiging” (uitg. Walburg Pers), dat deze maand verscheen. Het kruisigen van mensen was een wrede vorm van executie, dat is wel duidelijk. Van Wingerden laat aan de hand van literaire bronnen en archeologische vondsten zien hoe Joden en Romeinen over kruisiging dachten, wat er precies gebeurde bij de executie en waaraan de gekruisigde uiteindelijk overleed.
Waar komt kruisiging vandaan?
„De Romeinen waren niet de eersten en enigen die mensen kruisigden. Andere volken hingen misdadigers aan palen of spietsten hen. De Romeinen standaardiseerden wel het kruis zoals wij dat kennen, met de T-vorm. Ze gebruikten dat vooral voor tot slaaf gemaakten, omdat de republiek veel met slavenopstanden te maken kreeg.
Vanuit de bronnen valt ook op dat er in het Romeinse keizerrijk naar verhouding veel Joden werden gekruisigd. Het was in de tweede helft van de eerste eeuw en de eerste helft van de tweede eeuw zeer onrustig in de door de Romeinen bezette Judese provincie. Iedereen die het gezag van Rome betwistte –piraten, slaven, buitenlanders– kon worden gekruisigd.
En Jezus dus ook. Op zich was het een logische kruisiging, omdat Hij de status quo bedreigde. Pilatus moet ervan op de hoogte zijn geweest dat mensen Jezus als Koning wilden uitroepen. Daarom bracht hij ook een inscriptie aan: ”Koning der Joden”. Ook deze kruisiging was bedoeld als afschrikmiddel: als je de macht van Rome betwist, krijg je hiermee te maken.”
Wat laten archeologische vondsten over de kruisiging zien?
„Het beeld bestaat dat degenen die ter dood gebracht zouden worden, hun kruis zelf naar de executieplaats moesten brengen. Dat is niet juist. Als ze iets moesten dragen, dan was dat de dwarsbalk, zoals Simon van Cyrene deed voor Jezus. In het Latijn is er, anders dan in het Grieks, een verschil in benaming van de verticale paal en de balk voor de kruising.
Door afbeeldingen van Jezus aan het kruis leeft sterk het idee dat de Romeinen drie spijkers gebruikten: twee voor de handen en een voor beide voeten. Maar archeologisch bewijs laat zien dat de voeten van de gekruisigde elk met een spijker door de enkel aan de zijkanten van de paal werden bevestigd. Dat maakte het lijden overigens nog groter en vernederender: het geslachtsdeel van de gekruisigde, die daar vaak naakt hing, werd op geen enkele manier beschermd.
De voeten van de gekruisigde werden elk met een spijker door de enkel aan de zijkanten van de paal bevestigd
Uit onderzoek van een aantal medici is gebleken dat de meeste gekruisigden waarschijnlijk niet stierven door verstikking. Het zal een combinatie van factoren zijn geweest, maar daar moet nog meer onderzoek naar worden gedaan. Dat Jezus met een luide schreeuw stierf –„Het is volbracht”– laat al zien dat verstikking niet de doodsoorzaak kan zijn geweest.”
De archeologische vondsten komen dus overeen met wat de Bijbel over de kruisiging zegt?
„Dat klopt. Ook voor historici zijn de evangeliën de voornaamste bronnen over de Romeinse kruisiging. Daarin zie je heel veel aspecten die je ook in andere antieke teksten terugvindt, zoals het dragen van het kruis, de aanklacht, het bordje aan het kruis – dat soms ook om de nek van de veroordeelde werd gehangen als hij naar de executieplaats liep. Het Nieuwe Testament is ook wat dat betreft betrouwbaar.”
Hoe keek men naar gekruisigden?
„Voor Joden was kruisiging een vreselijke straf. Los van de schaamte, omdat de veroordeelde vrijwel naakt aan het kruis hing, was de religieuze component nog belangrijker: in Deuteronomium 21:23 staat dat een gehangene door God is vervloekt. In deze tekst gaat het over een paal, maar Joodse historici als Philo en Josephus en ook de Dode Zeerollen betrekken die op de kruisiging.”
De kruisiging van Jezus werd meteen als iets positiefs gewaardeerd. Hoe verklaart u dat?
„Na de opstanding pas, dus niet meteen. Gezien de manier waarop er in de Griekse, Romeinse en Joodse tradities naar de kruisiging werd gekeken, is het uniek dat een gekruisigde als God werd vereerd.
Nu begeef ik me meer op het terrein van geloof. Dat heeft alles te maken met het grote wonder van Pasen: de opstanding, het lege graf. De totale omkering van deze gedachtewereld kan alleen maar doordat Jezus is opgestaan en aan Zijn leerlingen is verschenen.”
Terecht dat het kruis, een Romeins executiemiddel, zo centraal staat in het christelijk geloof?
„We zijn er zo aan gewend geraakt dat mensen een kruisje om hun nek dragen, dat we vergeten dat het van oorsprong een Romeins executiemiddel is, vergelijkbaar met een Amerikaanse elektrische stoel.
Had Jezus op een andere manier kunnen sterven dan aan het kruis? Het hele Nieuwe Testament ziet het kruis als de plek waar verzoening plaatsvond, waar verlossing werd gebracht, waar losgeld werd betaald, waar de duivel werd overwonnen.
Nee, Jezus had niet op een andere manier kunnen sterven dan aan een kruis
Als theoloog zeg ik ook: omdat het kruis zo gruwelijk was, laat het ook zien dat Jezus volledig mens is geworden, een slaaf. Dat Hij, zoals de hymne in Filippenzen zegt, Zichzelf ontledigd heeft, tot aan de dood, zelfs de dood aan het kruis. Door God vervloekt, zoals die tekst uit Deuteronomium laat zien. Dieper kon hij niet gaan.”