Buitenland

Le Pen, een nationaal affront

Niemand had het voor mogelijk gehouden, maar de extreem rechtse volksmenner Jean-Marie Le Pen is tot de tweede ronde van de presidentsverkiezing doorgedrongen. Frankrijk lijkt politiek ernstiger ziek dan tot voor zondag werd aangenomen.

Marie van Beijnum
22 April 2002 11:18Gewijzigd op 13 November 2020 23:32

De tijd dat Le Pen het weldenkende Frankrijk de stuipen op het lijf joeg door grote groepen kiezers op zijn naam te brengen, leek voorgoed voorbij toen Le Pens Front National in 1998 uiteenviel na een opstand van Le Pens tweede man Bruno Mégret, die zijn Nationale Republikeinse Beweging oprichtte. Daar kwam in 1999 nog een nederlaag bij de Europese verkiezingen bovenop. Uiteindelijk raakte Le Pen zelfs zijn stemrecht kwijt wegens geweldpleging tegen een verkozen linkse politica. Dat leidde in Frankrijk tot de opgeluchte conclusie dat het gevaar van extreem rechts niet groot meer was en dat Le Pen kon worden bijgezet op de politieke schroothopen.

Niets is minder waar. De gewezen paratroeper Le Pen liet zich niet uit het veld slaan. Hij mobiliseerde zijn achterban tegen immigratie, onveiligheid, corruptie en het establishment en stelde zich voor de vierde maal kandidaat voor de presidentsverkiezing. Overigens slaagde hij daarin met moeite, omdat het hem maar op de valreep lukte de benodigde 500 handtekeningen voor zijn kandidatuur te krijgen. Ook matigde hij zijn taal. Uitspraken waarom hij vroeger werd achtervolgd -bijvoorbeeld dat de gaskamers slechts een detail van de geschiedenis waren- werden niet meer van hem vernomen.

Met de leus ”Frankrijk en de Fransen eerst” speelt Le Pen opnieuw in op de latente vreemdelingenangst die in Frankrijk nooit weg is geweest. De situatie in het Midden-Oosten wakkerde dat slechts aan: de 700.000 Joden en vooral de 5 miljoen moslims in Frankrijk roerden zich heftig en dat tot groot ongenoegen van Le Pen, die zowel antisemiet als anti-Arabier is. Vooral stelt Le Pen de „verrotte politieke klasse” aan de kaak. Die houdt volgens hem Frankrijk af van zijn ware grootheid, door het land uit te leveren aan een ongebreidelde stroom immigranten en internationale organisaties zoals de EU, de NAVO en de WTO.

Le Pen vindt dat de grondwet het begrip ”préference nationale” moet opnemen: voorrang voor werk, behuizing en sociale prestaties aan de Fransen. Een andere veelgebruikte slogan van Le Pen luidt dat het vaderland in gevaar is. Het einde van de ”natiestaat” is volgens Le Pen nabij. In zijn filosofie vormt de natiestaat de positieve dimensie voor de identiteit en de veiligheid van de burgers. Le Pen wil dat de Fransen blijven zoals ze zijn: „Ik ben tegen het grijze wereldvolk.” Medio jaren negentig vervatte Le Pen zijn programma samen in een boek onder de titel ”Driehonderd maatregelen voor de renaissance van Frankrijk”. Verder is de aantrekkingskracht van het Front National gebaseerd op een curieuze mengeling van ultra-liberalisme, protectionisme en vreemdelingenhaat.

Dezer dagen maakte Le Pen stemming tegen het Europa van Maastricht, beloofde hij recht en regelmaat te herstellen en pleitte hij voor een referendum over herinvoering van de doodstraf. Die strategie leverde hem geen windeieren op. Kennelijk zijn proteststemmers in groten getale overgestapt naar extreem rechts, geholpen door een combinatie van algemene onzekerheid, angst en afkeer van de politieke dinosaurussencultuur.

Le Pen werd op 20 juni 1928 geboren in Trinité-sur-Mer in Bretagne als enige zoon van een visser en een hardwerkende katholieke moeder. In 1953 werd Le Pen ingelijfd in het eerste parachutistenbataljon van het vreemdelingenlegioen. Een jaar later werd hij als vrijwilliger voor Indochina naar Hanoi gezonden. Al in 1956, net terug uit Indochina, zette hij zijn eerste stappen in de politiek. Met 27 jaar werd hij Frankrijks jongste parlementslid voor de extreem rechtse beweging van Pierre Poujade. Maar het jonge kamerlid trok zijn légionnaires-uniform aan en scheepte zich in voor Algerije, waar hij vocht tegen het FLN-bevrijdingsfront. Nog steeds is het een mysterie wat hij daar precies uitspookte. Beschuldigingen dat hij gevangenen martelde, konden niet worden hardgemaakt.

In 1972 richtte hij in Frankrijk het Front National op. Aanvankelijk bleef dat een marginale beweging van een handjevol rechtse groepjes met diverse belangen. In 1974 deed hij voor het eerst mee aan de presidentsverkiezingen en behaalde 0,74 procent van de stemmen. In 1981 lukte het hem niet om de benodigde 500 handtekeningen bijeen te krijgen.

Dat veranderde in de eerste helft van de jaren tachtig. Dankzij een economische crisis kwam het Front National in een stroomversnelling. In 1984 haalde het Front National bij de Europese verkiezingen 11 procent van de stemmen. De trend zette door en in 1986 kon Le Pen plaatsnemen in de Nationale Assemblee in het Palais Bourbon. Le Pen profileerde zich als de man die hardop zei wat iedereen dacht.

Le Pens partij groeide uit tot de vierde politieke formatie van Frankrijk. Bij de presidentsverkiezing van 1988 zat Le Pen met 14 procent Raymond Barre op de hielen, een percentage dat hem in 1995 opnieuw ten deel viel. Zondag werd hij met circa 17,5 procent tweede en mag hij het tegen Chirac gaan opnemen. Echt kans dat hij president wordt, zit er niet in. Een peiling geeft Chirac 78 procent en Le Pen 22 procent van de stemmen in de tweede ronde. Maar voor Le Pen is alleen het feit dat hij in de tweede ronde is beland een enorme opsteker. Voor politiek Frankrijk betekent het nationaal affront de les dat het toe is aan de grote zelfreiniging.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer