Tot verbazing van zijn aanhangers maakte Jospin zondag bekend dat hij zich uit het politieke leven zal terugtrekken, nadat de eerste ronde van de presidentsverkiezingen hem een vernederende derde plaats had opgeleverd, nog achter de extreem rechtse Jean-Marie Le Pen.

„Dit resultaat, na vijf jaar van regeerwerk dat geheel en al ten dienste stond van dit land, is uiterst teleurstellend voor mij en voor degenen die mij begeleidden”, zei Jospin. „Ik blijf trots op het werk dat is volbracht”, voegde Jospin eraan toe, na duidelijk te hebben gemaakt na de tweede stemronde op te stappen als premier en zijn politieke loopbaan te beëindigen.

Jospin is sinds 1997 regeringsleider. Hij is daarmee een van de langst dienende premiers van Frankrijk in de laatste decennia. De afstandelijke, maar strijdvaardige socialist -van vrijzinnig protestantsen huize- blonk vooral uit in het politieke debat. Van campagne voeren hield de 64-jarige voormalige kroonprins van president François Mitterrand duidelijk minder.

Jospin kwam over als een saaie maar eerlijke en integere politicus. Vorig jaar werd hij echter op een leugen betrapt toen bleek dat hij in zijn jongere jaren wel degelijk een aanhanger was geweest van de ultralinkse ideologieën van Trotski. Bovendien maakte hij een reeks verkeerde inschattingen, blunders en verloor hij soms zijn zelfbeheersing.

Jospins Parti Socialiste (PS) had de verkiezingszege destijds grotendeels te danken gehad aan de belofte de werkloosheid, die toen rond de 13 procent lag, te bestrijden. Daarin slaagde de regering. Mede dankzij de mondiale economische groei, maar ook dankzij de omstreden verplichtstelling van de 35-urige werkweek, is het percentage Fransen zonder baan gedaald tot rond de 9 procent.

Maar tegen de tijd dat er weer verkiezingen werden gehouden, was de tot recordhoogte toegenomen misdaad voor de meeste kiezers belangrijker dan de werkloosheid. Als premier was Jospin kwetsbaar voor die kritiek. De regering had immers niets gedaan om de misdaad terug te dringen, stelden de kiezers.

De regering van Jospin kreeg ook veel kritiek te verduren van tal van ambtenarengroepen. Eind vorig jaar staakten onder meer museumwerknemers, luchtverkeersleiders, onderwijzers, ziekenhuispersoneel en politieagenten. Ze eisten hogere salarissen en betere werkomstandigheden.