Dat heeft de rechtbank in Den Haag deze week bepaald in een rechtszaak van 25 organisaties tegen de Nederlandse Staat. De belangenorganisaties voor migranten en vluchtelingen vinden de verhogingen die minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) heeft doorgevoerd, buiten alle proportie.

Zo zijn de vergunningen voor regulier verblijf sinds mei 2002 gestegen van 56 naar 430 euro per persoon. Een aanvraag voor onbepaalde tijd steeg van 226 naar 890 euro. Ook voor een verlenging moet steeds opnieuw betaald worden. Zeker voor gezinnen betekenen dit forse bedragen.

De rechtbank stelt echter dat aannemelijk is gemaakt dat de tarieven de kosten dekken van de Immigratie– en Naturalisatiedienst IND om het verblijfspapier te maken of te verlengen. Wel moet volgens de rechters in individuele gevallen een uitzondering mogelijk zijn, in de lijn van internationale verdragen die onder meer het recht op gezinsleven verzekeren.

VluchtelingenWerk Nederland (VWN), die als een van de weinige organisaties ontvankelijk was, is teleurgesteld. Vluchtelingen zijn nog steeds de dupe, aldus een woordvoerster. VWN overweegt hoger beroep. Zo is ze er niet van overtuigd dat de IND de kosten echt maakt. Het ministerie van Justitie is verheugd dat de rechter de prijsverhogingen aanvaardt, zei een woordvoerder van Verdonk. Wel buigt het ministerie zich nog over het Associatieverdrag, dat mogelijk ook beperkend uitpakt voor de inburgeringsplannen van Verdonk.