EU-landen richten apart Oekraïnefonds op voor militaire steun
De EU-landen hebben een militair hulpfonds opgericht dat uitsluitend is bestemd voor Oekraïne. Ook hebben ze besloten hierin voor dit jaar 5 miljard euro te stoppen voor wapens en militaire training voor Oekraïne.
De EU-landen hebben maanden gediscussieerd hoe ze de militaire hulp voor Oekraïne willen organiseren. Ze hebben nu definitief gekozen voor een formule waarbij het Oekraïne-hulpfonds onderdeel wordt van een ander fonds, de al bestaande Europese Vredesfaciliteit (EPF). Daaruit werden eerder al wapens aan Oekraïne geleverd.
De EU-landen zijn bovendien akkoord over een ander discussiepunt. EU-landen konden namelijk onder de oude regels van het fonds hun eigen wapens aan Oekraïne leveren en dan bij het EPF de kosten daarvan declareren. Dat leidde tot frustraties. Onder meer konden EU-landen bijvoorbeeld hun eigen oude wapens aan Oekraïne geven en vervolgens hun eigen wapenarsenaal moderniseren van het terugbetaalde EU-geld. Dergelijke terugbetalingen zullen volgens de nieuwe afspraken op termijn worden beperkt.
De EU-landen hadden in 2021 de Europese Vredesfaciliteit (EPF) opgericht om EU-missies buiten de EU te financieren. De EU-landen hebben dit fonds in eigen beheer en buiten de algemene EU-begroting om. Dat moest de snelheid van militaire operaties ten goede komen. Aanvankelijk ging de hulp van dit prille vredesfonds naar de Afrikaanse Unie, Mozambique en Bosnië en Herzegovina. Maar toen een jaar later al de oorlog in Oekraïne uitbrak, gingen de aandacht en het geld al snel naar Kyiv.
Nu de EU-landen een aparte Oekraïnepot beginnen binnen het grotere fonds, wordt voor iedereen duidelijker hoeveel geld naar Oekraïne gaat en hoeveel er overblijft voor andere missies. Ook zijn de regels voor het hele fonds veranderd, zodat niet voor elke uitkering alle 27 EU-landen akkoord moeten zijn. Want dit leidde, bijvoorbeeld door bezwaren bij Hongarije in het geval van Oekraïne, tot vertragingen.
Het is de EU-landen niet gelukt om, zoals sommige landen wilden, 20 miljard euro voor Oekraïne vrij te maken voor de komende vier jaar.
Demissionair minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot zegt blij te zijn met de overeenstemming over de 5 miljard euro, „die echt nodig zijn”. Verwijzend naar de moeizame vergaderingen in Brussel over geld voor Oekraïne zegt ze: „met elke stap die we eensgezind kunnen zetten, moeten we blij zijn.”