Kamermeerderheid steunt extra verhoging minimumloon
De extra stijging van het wettelijk minimumloon halverwege dit jaar kan ook in de nieuwe Tweede Kamer rekenen op een meerderheid. De PVV is voor, in tegenstelling tot een aantal partijen waarmee de partij van Geert Wilders onderhandelt over een nieuw kabinet. Kamerlid Léon de Jong noemt het wetsvoorstel „hard nodig”.
De oude Kamer stemde afgelopen najaar in met een voorstel om een aantal belastingen voor bedrijven te verhogen, om zo ruimte te maken om per 1 juli het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen met een extra 1,2 procent te verhogen. De maatregel moet helpen voorkomen dat mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, maar ook uitkeringsgerechtigden, erop achteruit gaan.
De extra verhoging moet nog wel wettelijk worden vastgelegd. Daarover debatteert donderdag de nieuwe Tweede Kamer, waarin de politieke verhoudingen flink zijn opgeschud. Onduidelijk was vooraf hoe de partijen die sinds de verkiezingen in gesprek zijn over de vorming van een nieuw kabinet, zich in dat debat zouden opstellen.
NSC en BBB hebben bedenkingen bij het wetsvoorstel. Zij vrezen dat het bedrijfsleven op kosten wordt gejaagd en wijzen op de gevolgen voor de staatskas. Ongeveer een half miljoen mensen werken voor het wettelijk minimumloon, terwijl er 3,5 miljoen AOW-gerechtigden zijn. Die hebben de verhoging lang niet allemaal nodig om het hoofd boven water te houden. De VVD is om al deze redenen ronduit tegen.
De PVV erkent dat het nodig is oog te hebben voor de gevolgen voor werkgevers, zegt De Jong. „Maar in een tijd waarin mensen snakken naar wat meer financiële lucht, moet deze beweging gemaakt worden.” Daarmee schaarde hij zich aan de zijde van onder meer GroenLinks-PvdA, SP, D66 en ChristenUnie, die eveneens hamerden op het belang van een extra zetje in de rug voor werkenden met een laag inkomen.