Deel Limburgse Maasdijken moet worden vervangen
Ongeveer 20 tot 30 procent van de Limburgse Maasdijken is zo ernstig vervuild, dat de toplagen ervan moeten worden afgegraven.
Het gaat om circa 30.000 ton vervuilde grond, die moet worden afgevoerd en vervangen. Dat heeft projectbureau De Maaswerken, onderdeel van Rijkswaterstaat Limburg, donderdag bevestigd.
De 15 kilometer aan groene dijken die nu vervuild blijken, zijn in ijltempo gebouwd of opgehoogd en verbreed na de overstromingen van de Maas in 1993 en 1995. Door de haast waarmee in 1996 en 1997 waterkeringen moesten worden aangelegd, werd minder goed gelet op de kwaliteit van de aangevoerde aarde.
In april wordt begonnen met het verhogen van dijken en kades langs de Maas over een lengte van ongeveer 45 kilometer. Bij de voorbereidende werkzaamheden ontdekte De Maaswerken de vervuiling.
De kosten voor de verhoging van de dijken en kades bedragen 80 miljoen euro.
Met de vervuiling was al rekening gehouden. De sanering levert geen extra kosten op, aldus een woordvoerder van De Maaswerken gisteren.
De waterkeringen worden zo hoog gemaakt dat het risico op overstromingen wordt teruggebracht van eens in de vijftig jaar naar eens in de 250 jaar.
Halverwege de jaren negentig is via een noodwet ook langs Waal, Nederrijn, Lek, IJssel en een deel van de Maas bij elkaar 150 kilometer dijken opgehoogd. Daarbij is schoon en licht verontreinigd materiaal gebruikt, aldus toenmalig hoofd dijkverbetering De Bruijn van het waterschap Rivierenland. Maar volgens hem is van problemen zoals in Limburg geen sprake.
De Limburgse statenfractie van het CDA heeft vragen gesteld over de vervuiling. Zo wil de fractie weten of de Maaswerken, en in het bijzonder de directeur, wel in staat is de beveiliging van de Maas tot een goed einde te brengen binnen de gestelde budgetten. Ook wil de fractie weten wie politiek verantwoordelijk is voor de vervuiling en of de Maaswerken nog meer verrassingen in petto heeft.