PFAS-vervuiling ontdekt in meer vis en schaaldieren Westerschelde
Meer soorten vis, schaal- en schelpdieren in de Westerschelde dan tot nog toe bekend was bevatten PFAS-concentraties die boven de wettelijke limieten uitkomen. Wetenschappers uit Wageningen hebben de vervuiling beter in kaart gebracht. Uit hun metingen blijkt dat niet alleen aan de oostkant van de Westerschelde, maar ook in de monding van de zeearm diverse PFAS-limieten worden overschreden.
Verkennend onderzoek had eerder duidelijk gemaakt dat garnalen en bot uit de Westerschelde relatief hoge waarden van de chemische stoffen bevatten. De Nederlandse Vissersbond adviseerde leden vorig jaar om door de vervuiling niet meer te vissen ten oosten van de lijn Vlissingen - Breskens. Voor consumenten geldt ook al langer het advies van het RIVM om zelfgevangen vis en bijvoorbeeld mosselen uit de Westerschelde „zo min mogelijk” te eten.
Met het oog op voedselveiligheid was er „behoefte aan een vollediger beeld”, schrijven de onderzoekers van Wageningen Food Safety Research in hun rapport. Daarin staat ook per gedeelte van de Westerschelde aangegeven welke Europese limieten voor PFAS werden overschreden in monsters.
In soorten als tong, tarbot, kreeft en garnalen werden in alle delen van de Westerschelde te hoge waarden van specifieke PFAS-varianten gevonden. Soorten als zeebaars en harder lieten een wisselend beeld zien. In de monding van de zeearm bleven PFAS-waarden voor deze soorten binnen de limiet, verderop naar het oosten werden de grenswaarden overschreden.
De maximaal toegestane waarden zijn bepaald door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). Daarbij wordt altijd een ruime marge aangehouden.