De dertig mensen die de zaak hadden aangespannen namen tussen 2004 en 2010 deel aan een re-integratieproject van de gemeente Tilburg. Tijdens dit project werd onder meer gewerkt aan oude treinstellen. In de verf die van de treinstellen werd geschuurd zat chroom-6. De medewerkers stellen dat ze gezondheidsschade hebben opgelopen doordat ze schuurstof met daarin chroom-6 hebben ingeademd of ingeslikt.

De rechtbank in Breda oordeelde in 2021 dat NedTrain smartengeld en een schadevergoeding zou moeten betalen aan de dertig medewerkers. De hoogte van de schadevergoeding was afhankelijk van de omvang van de schade, die nog niet duidelijk was. Dit zou nog in een aparte procedure moeten worden vastgesteld.

De medewerkers hebben hun vorderingen ingesteld als individuele zaken, maar vinden wel dat hun zaken zich lenen voor collectieve beoordeling, schetst het hof. Volgens het hof hadden ze echter ieder voor zich duidelijk moeten maken in welke periode ze werkzaam waren bij NedTrain, wat voor werkzaamheden ze daar precies hebben verricht en aan welke gezondheidsklachten ze lijden. De gezondheidsklachten hadden bovendien per persoon onderbouwd moeten worden met medische stukken, aldus het hof.

Het gaat hierbij niet om de veel grotere rechtszaak die door het OM was aangespannen tegen NedTrain en de gemeente Tilburg over blootstelling aan het giftige anti-roestmiddel. In die zaak werden zowel de NS-dochter als de gemeente vorig jaar door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot boetes van 250.000 euro. Volgens de rechters was sprake van „een onaanvaardbaar gezondheidsrisico”.