Bijbellezen
Waar die aantrekkingskracht vandaan komt, weet ik niet. Maar wanneer ik in een openbaar gebouw het bordje ”Stiltecentrum” zie, is het alsof een magneet me naar die ruimte trekt.
Het mooiste stiltecentrum dat ik ooit bezocht heb, is te vinden op de nieuwe internationale luchthaven van Berlijn. Dat centrum is een aaneenschakeling van een soort kapelletjes voor de verschillende godsdiensten. Want de tijd dat een stiltecentrum gedomineerd werd door het christendom is al heel lang voorbij. Moslims gebruiken ze bijvoorbeeld niet zelden om de voorgeschreven gebeden uit te voeren.
Over moslims gesproken: in het grote stiltecentrum van het Universitair Medisch Centrum (UMC) in Utrecht, waar ik pas op bezoek was, liggen vier moslims op hun knieën, verzonken in gebed. De kleedjes zo uitgespreid dat ze kunnen bidden in oostelijke richting. Net vóór het stiltecentrum is een ruimte waar moslims zich ritueel kunnen reinigen.
Op de biddende mannen na is het centrum leeg. De christelijke afdeling is met stip de grootste ruimte. Dat zal te maken hebben met het feit dat het ziekenhuis eind jaren tachtig van de vorige eeuw gebouwd is, toen de secularisatie onder christenen minder vergevorderd was dan nu. Er staan tientallen stoelen in een halve cirkel naast een flink pijporgel. Op zondagen worden hier kerkdiensten gehouden, trouwens.
Het interessantste aan dit soort ruimten vind ik altijd de boekenkasten. Dagboekjes, gedichtenbundels en Bijbels in allerlei soorten en maten. Groteletterbijbels, Bijbels in gewone taal, maar óók Bijbels in de Statenvertaling van de GBS. Daarnaast is er ook een vakje met Korans.
Terwijl een moslim zijn gebedskleedje opvouwt en het centrum verlaat, betreedt een oudere dame de stilteruimte. Ze loopt naar de boekenkasten, bukt zich en pakt een van de kloeke GBS-bijbels. Ik kan m’n nieuwsgierigheid amper bedwingen om te kijken welk Bijbelboek ze leest. Is ze trouwens christelijk? En is ze zelf ziek, of op bezoek bij een zieke?
Nee, natuurlijk vraag ik niets en vertrek ik in alle stilte. Maar bij de deur kan ik het toch niet laten om nog even om te kijken.
Ze is erbij gaan zitten. En leest nog steeds.