Laat meisjes zichzelf zijn en reduceer hen niet tot wereldse maatstaven
”Onherstelbare schade” heet het geruchtmakende boek van Abigail Shrier waarin ze de noodklok luidt over de immense schade die wat ze de „transgendergekte” noemt, teweegbrengt aan tienermeiden. Hoe komt dit en waarom treft het juist meiden?
Tussen 2019 en 2022 verdrievoudigde het aantal aanvragen voor transgenderzorg in Nederland, van 2820 in 2019 naar 8630 in 2022. Naast deze spectaculaire groei doet zich een ander opvallend verschijnsel voor: de verandering in samenstelling van de patiënten. Naast de bekende patiëntengroepen van personen die reeds in de kinderjaren genderdysforie ervoeren en de groep van oudere mannen die zich graag in vrouwenkleding tooien (travestie), signaleert kinderpsychiater Marian Grossman sinds enkele jaren een derde, nieuwe groep. Tieners, vooral meisjes, die voorheen nooit genderverwarring ervoeren, kloppen nu aan bij genderklinieken.
Vanwaar die ongekende stijging? En waarom vooral onder meisjes? Het antwoord hierop is niet eenvoudig. In de genderrevolutie is sprake van een scala van ontwikkelingen die op elkaar inspelen en elkaar versterken. Deze variëren van individualisme en postmodernisme tot de opkomst van sociale media en de zoektocht(en) naar identiteit. Naast deze verklaringen wordt de laatste tijd ook de hyperseksuele cultuur genoemd als factor van betekenis.
Vlucht
De westerse cultuur is sinds de seksuele revolutie in sterke mate geseksualiseerd. Seksuele opvattingen en verbeeldingen oefenen sterke invloed uit, met name onder jongeren. Dankzij internet en sociale media hebben deze ideeën en verbeeldingen een groot bereik. Met name meisjes lijken hier gevoelig voor te zijn. Dit kan zich in twee richtingen bewegen. Het kan betekenen dat de hyperseksuele tendens omhelsd en als normerend gezien wordt. Dit kan zover gaan dat meiden bereid zijn plastische chirurgie te laten toepassen op hun lichaam om aan het gewenste ideaalbeeld te voldoen.
Een andere mogelijkheid is dat genoemde hyperseksualisering hen juist negatief beïnvloedt. Volgens de Australische seksuologe Patricia Weerakoon worden tienermeiden beelden, idealen en belevingen voorgehouden waar ze niet aan kunnen of willen voldoen. Vrouwelijkheid lijkt samen te vallen met seksuele objectivering, wat veel meiden als ongewenst ervaren. Om dit te voorkomen wordt een transitie naar het andere geslacht als reële optie overwogen. Dit als ‘vlucht’ uit hun vrouwelijkheid vanwege een gevoel van onbehagen over het eigen geslacht. Dat onbehagen wordt veroorzaakt door als ongewenst ervaren stereotype beelden van vrouwelijkheid in de omringende cultuur. De Amerikaanse hoogleraar genderstudies Abigaïl Favale signaleert hier een parallel met eetstoornissen zoals anorexia (die ook veelal voorkomen bij meisjes). Het koesteren van de eetstoornis en de vermagering zorgt ervoor dat het typisch vrouwelijke aspect van het lichaam vervaagt en uitgewist wordt. Favale spreekt in dit verband over een rebellie, een protest tegen de hyperseksualisering van het vrouwelijke lichaam, die zich vervolgens keert tegen het eigen lichaam. Dit zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor het feit dat drie keer zoveel meisjes als jongens voor transitie kiezen.
Het is tragisch dat zoveel jonge meiden –mede als gevolg van de hyperseksuele cultuur waarin ze leven– tot dergelijke ingrijpende stappen komen. In plaats van ingrijpende behandelingen aan het lichaam –die meestal geen aantoonbare verbetering van de mentale gezondheid opleveren– zou de vraag aan de orde moeten komen wat er „innerlijk en in hun leven aan de hand is dat hen doet geloven dat een leven als het andere geslacht het leven beter of gemakkelijker zal maken”, aldus Marian Grossman. Wat jongeren vooral nodig hebben, is goede psychotherapeutische hulp die hen inzicht geeft in hun genderverwarring en de haat jegens het eigen lichaam die vaak hierachter schuilgaat en hen helpt hiermee om te gaan. Niet ons lichaam heeft transitie nodig, maar ons denken: „word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid (denken)” (Romeinen 12:2).
Gods veelkleurigheid
Hier ligt tevens een belangrijke taak voor opvoeders. Het is van groot belang dat in de opvoeding de waarheid van God over mens en leven leidend is. Opvoeders dienen kinderen te helpen bij de ontmaskering van de leugenachtige hyperseksuele cultuur, met name door aandacht te hebben voor hun mediagebruik. Het is immers via (sociale) media dat onze kinderen zo intens geconfronteerd worden met hyperseksuele beelden. Matigheid met media is een belangrijke sleutel in het beschermen tegen de hyperseksuele cultuur.
Verder is het van levensbelang dat ouders hun dochters een besef van onvoorwaardelijke acceptatie geven. Wezenlijk is hierbij de Bijbelse overtuiging dat God ons gemaakt heeft en niet wij (Psalm 100). De veelgehoorde slogan ”Je mag zijn wie je wilt zijn” is onjuist en on-Bijbels. Maar de overtuiging dat je mag zijn wie je bent –zoals God je geschapen heeft– kunnen we volledig beamen. Laten we Gods oneindige wijsheid en veelkleurigheid als het gaat over vrouwelijkheid niet reduceren tot onbereikbare en wereldse maatstaven – die vaak ook nog eens vanuit een typisch mannelijk perspectief opgesteld zijn. Maar laten we onze meiden aanvaarden zoals ze zijn. Dat helpt hen zichzelf te aanvaarden zoals ze zijn, inclusief hun lichaam en geslacht. Juist de Bijbelse waarheid kan hier vrijmaken.
De auteur is predikant in de Hersteld Hervormde Kerk en werkzaam als lector voor Bijbels Beraad M/V.