OpinieCommentaar
Nieuw stikstofbeleid moet juridisch houdbaar zijn
Vanuit de samenleving is met gemengde gevoelens gereageerd op de update die minister Wiersma heeft gegeven van haar stikstofplannen. Die moeten Nederland weer van het slot halen, zoals dat in jargon heet.

Oftewel, de plannen moet rechters het nodige vertrouwen geven dat de huizenbouw en de wegenaanleg kunnen worden geïntensiveerd zonder dat de natuur daardoor wordt geraakt.
Namens de agrarische sector reageerde belangenorganisatie LTO positief. Daar staat echter de gemeenschappelijke verklaring van ondernemersorganisatie VNO-NCW, Bouwend Nederland, Natuurmonumenten en Natuur & Milieu tegenover. „Nederland heeft een échte oplossing nodig. Helaas lijkt er nog steeds geen juridisch houdbaar plan te liggen. Door het uitstellen van noodzakelijke politieke keuzes wordt de rekening nu gelegd bij de natuur, woningzoekenden en ondernemers”, mopperden de vier.
Hoe je Wiersma’s plannen taxeert, lijkt op het eerste gezicht vooral een kwestie van smaak te zijn. In de politiek geldt nu eenmaal vaak dat het glas voor de een halfvol is en voor de ander halfleeg. Wie kennisneemt van het door Wiersma aangevraagde oordeel van de landsadvocaat over haar plannen moet echter van goeden huize komen om positief te blijven. Alleen een rasoptimist kan na bijna één jaar Schoof nog hoopvol zijn over de vorderingen met betrekking tot dit dossier.
De landsadvocaat adviseert uiterst kritisch, in de wetenschap dat het (Europese) beoordelingskader dat rechters rond het verlenen van vergunningen hanteren na diverse vonnissen wel zo’n beetje vastligt. Kortom: veel kan, mits daar een maatregelenpakket tegenover staat waarvan gedetailleerd is doorgerekend tot welke verlichting van de stikstofdruk dat leidt op de beschermde natuur in de nabijheid van de nieuw te ontplooien bouwactiviteit. Zover is Wiersma duidelijk nog niet.
„Logisch”, zeggen ze bij BBB. „Wij willen immers de koers verleggen, van een aanpak die gericht is op het terugdringen van de stikstofneerslag (depositie) naar een beleid dat vooral de reductie van stikstofuitstoot (emissie) tot doel heeft, en dat kost tijd.” Inderdaad. Maar verklaart dat waarom ook het beleid om rond een aantal kwetsbare natuurgebieden significantiestroken (bufferzones) in te richten nog maar mondjesmaat is uitgewerkt?
Wiersma’s keus voor een koerswijziging toont aan dat het haar niet ontbreekt aan bestuurlijke moed. Haar streven om boeren die willen doorgaan daarmee meer handelingsperspectief te bieden om de natuurdoelen te halen, verdient lof. Op dit punt toont BBB zich koersvast. Maar ligt het geld voor het compenseren van boeren in de bufferzones die willen stoppen of minder koeien gaan houden al op de plank?
Het geeft op z’n minst te denken dat helderheid daaromtrent nog tot Prinsjesdag kan duren. De reactie van VNO-NCW, Bouwend Nederland, Natuurmonumenten en Natuur & Milieu is zo gek nog niet.