OpinieOpinie

Regeren is niet Gods primaire roeping voor de vrouw

Van tijd tot tijd speelt binnen reformatorisch Nederland de discussie over de rol van vrouwen in de politiek weer op. Die discussie moet wel zuiver gevoerd worden.

Ds. M. Klaassen
1 May 2025 15:38Leestijd 6 minuten
„Als er al revisie van het SGP-standpunt zou moeten plaatsvinden, dan zou het wat mij betreft moeten zijn dat het regeerambt primair de man toekomt.” beeld Getty Images
„Als er al revisie van het SGP-standpunt zou moeten plaatsvinden, dan zou het wat mij betreft moeten zijn dat het regeerambt primair de man toekomt.” beeld Getty Images

Dat veel vrouwen uitstekend leiding kunnen geven is een gegeven; de vraag is met name wáár deze kwaliteiten ingezet mogen worden. Het klassieke SGP-standpunt dat dit niet het politieke veld is, roept met regelmaat discussie op. Op de komende partijdag ligt een voorstel van een kiesvereniging waarin opgeroepen wordt tot herziening van het partijstandpunt. Volgens het partijprogramma komt het regeerambt de vrouw niet toe, omdat dit een sfeer is die Bijbels gezien de man toebehoort.

Zolang de SGP haar standpunt niet herziet, zal deze discussie wel met enige regelmaat terugkomen (waarschijnlijk ook als het standpunt wél herzien zou worden). Ik ben van mening dat er goede papieren zijn voor handhaving van het huidige standpunt, al is dat voor mij niet in beton gegoten en vind ik het ook geen hoofdzaak, mede gezien hoe andere orthodoxe christenen wereldwijd met het thema vrouw en politiek omgaan.

Dat laat onverlet dat er steekhoudende argumenten zijn om het huidige standpunt te handhaven. De argumenten die door voorstanders van verandering van het partijstandpunt aangedragen worden, overtuigen niet en zijn soms ronduit ondeugdelijk en onjuist. Een voorbeeld hiervan trof ik aan in het artikel ”SGP-visie vrouw mag gewetens alleen binden aan Gods Woord” (RD 12-4).

Hiërarchie

Allereerst zou er in de scheppingsorde geen hiërarchie zitten. Man en vrouw zijn beiden naar Gods beeld geschapen en gelijkwaardig. Dat laatste is zeker waar, maar dat laat onverlet dat we ook voor de zondeval wel degelijk aanwijzingen vinden voor een hiërarchische orde. Zo is Adam eerst geschapen (Genesis 2:7, 1 Timotheüs 2:13). Ook is hij geroepen Eva te beschermen en het is zíjn taak de hof te bewaren – niet andersom. Verder is Adam geroepen Eva Gods Woord te onderwijzen (Genesis 2:16-17; 3:20-3) – niet andersom. Eva is geschapen als hulp voor Adam en krijgt van hem haar naam – niet andersom.

Gelijkwaardigheid man en vrouw sluit hiërarchische orde niet uit

Dit patroon blijft vervolgens na de zondeval staan. God spreekt eerst Adam aan, hoewel Eva het initiatief tot de zonde nam (Genesis 3:9). En het is Adam die bestraft wordt voor het luisteren naar Eva (Genesis 3:17). Vervolgens wordt de mensheid naar Adam genoemd (Genesis 5:1-2) en vertegenwoordigt hij de mensheid (Romeinen 5:12-21) Dit zien we ook vertaald in de Bijbelse leefwereld: oudsten, richters, koningen en priesters zijn vrijwel allen man.

Gezag

Dat de man ”hoofd” is, zou alleen huwelijk en kerk betreffen. Echter, de aangehaalde tekst uit 1 Korinthe 11:3 gaat helemaal niet over het huwelijk. Als het gaat om de vrouw in deze tekst is het belangrijk om te zien dat het hier –anders dan in Efeze 5– niet alleen getrouwde vrouwen betreft, maar vrouwen in het algemeen. Er staat hier niet dat de man hoofd is van zijn eigen vrouw, maar dat de man hoofd is van „de” vrouw. Het gaat hier dus niet om het huwelijk, maar om de scheppingsorde. Dé man (in het algemeen) is hoofd van dé vrouw – wat overigens niét betekent dat élke man hoofd is van élke vrouw!

De wens om het sola Scriptura te laten gelden, levert mijns inziens een magere oogst op

Hoe zich dat precies vertaalt, kan per situatie verschillend zijn; dat is afhankelijk van het verband waarin God haar geplaatst heeft. Voor een getrouwde vrouw is dat haar man, voor een tienerdochter haar vader (of als de vader niet meer in leven is bijvoorbeeld een oudere broer die zorg draagt voor het gezin).

Dat betekent overigens niet dat Christus niet ook het Hoofd van de vrouw is. De kanttekeningen bij de Statenvertaling zeggen bij 1 Kor. 11: 3 heel terecht dat Christus het Hoofd is van het héle lichaam (dat bestaat uit gelovige mannen en vrouwen). Maar de vrouw heeft een hoofd in de man en dat kun je andersom van de man niet zeggen. Zijn Hoofd is alleen Christus. Calvijn legt het zo uit: in geestelijk opzicht is Christus Hoofd van man én vrouw; als het gaat over het samenleven, is de man het hoofd van de vrouw.

Een derde drogreden: volgens de auteurs heeft het woord ”hoofd” niet noodzakelijk de betekenis van heerschappij of dominantie. Het zou ook ”bron” of ”oorsprong” kunnen betekenen – een argument dat uitvoerig weerlegd is in de gedegen artikelen van Wayne Grudem, die meer dan 2000 voorbeelden van het woord kephale (hoofd) uit de oudheid onderzocht. Zijn conclusie is ondubbelzinnig dat het woord de notie van gezag en zeggenschap in zich draagt.

In een later artikel toonde hij hiervan nog meer bewijs.

Uitzondering

Ten slotte Debora. Zij wordt nogal eens van stal gehaald als voorbeeld van een vrouw die wel degelijk een leidende rol in Israël had. Toegegeven dat dit zo zou zijn, dan dienen we nog te zeggen dat dit de spreekwoordelijke uitzondering op de regel is. Ook Esther –die hier nogal eens bij genoemd wordt– lijkt me geen goed argument, omdat zij buiten de kring van Israël opereert en bovendien gemalin is van een autocratisch vorst bij wie ze, naar ik vermoed, weinig had in te brengen.

Is Debora niet de spreekwoordelijke uitzondering op de regel?

Debora was profetes, maar geen richter in eigenlijke zin. Oudtestamenticus Daniel Block wijst erop dat, anders dan bij andere richters, Debora niet als verlosser van het volk wordt gepresenteerd. De HSV vertaalt weliswaar: „Die gaf in die tijd als richter leiding over Israël”, maar hier is de vertaling van de SV („deze richtte te dier tijd Israël”) te prefereren.

We hebben hier te maken met een gekwalificeerde vorm van richten: Debora geeft als profetes van Godswege advies hoe te handelen inzake de dwingelandij van Jabin en diens legeroverste Sisera. Als het gaat om het aanvoeren van het volk in de strijd, schakelt Debora nadrukkelijk Barak in voor deze taak, een expliciete erkenning van de noodzaak van mannelijk leiderschap.

Egalitair

Kortom, de wens van de auteurs om het sola Scriptura te laten gelden is nobel, maar levert mijns inziens een magere oogst op. Wie het bovenstaande op zich in laat werken, ziet dat er niet zo veel Bijbelse argumenten zijn om vrouwen in regeerfuncties te verdedigen. Zorgelijk vind ik hierbij ook dat bovengenoemde argumenten precies de typische argumenten zijn die je vaak bij gelijkheid nastrevende theologen aantreft, meestal als argumenten om ruimte te bepleiten voor de vrouw in het ambt. Deze visie staat ver bij een gereformeerde exegese en hermeneutiek af.

Als er al revisie van het SGP-standpunt zou moeten plaatsvinden, dan zou het wat mij betreft moeten zijn dat het regeerambt primair de man toekomt – of negatief geformuleerd: regeren is niet Gods primaire roeping voor de vrouw, uitzonderingen daargelaten. Gelukkig blijft er dan genoeg over waar vrouwen wel hun helpende, dienende en ondersteunende gaven mogen inzetten. Ook in de politiek!

De auteur is bestuurslid van het Wetenschappelijk Instituut van de SGP en was van 2016-2024 lid van het hoofdbestuur van de SGP.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer