Van den Berg (Driestar) in gesprek met Reitzema (Rutgers) over seksuele vorming: „We houden vast aan de scheppingsorde”
Belangrijk is dat kinderen thuis en op school seksuele vorming krijgen, vindt zowel Elsbeth Reitzema van expertisecentrum seksualiteit Rutgers als Sjoerd van den Berg van Driestar educatief. Toch is er een verschil. „Wij willen vasthouden aan de scheppingsorde.”
De Week van de Lentekriebels start maandag. Dit is een nationale projectweek voor het basis- en speciaal onderwijs, georganiseerd door Rutgers in samenwerking met de GGD’en. Scholen geven dan een week lang les over weerbaarheid, relaties en seksualiteit. Ruim 40 procent van de basisscholen doet eraan mee.
Vorig jaar ontstond er ophef rond de projectweek, omdat kinderen zouden worden aangezet tot seksuele handelingen. Medewerkers van Rutgers kregen boze ouders aan de lijn. Facebook en Twitter stonden vol haatberichten. En tijdens een vragenuurtje in de Tweede Kamer beweerde partijleider Thierry Baudet van Forum voor Democratie dat kinderen van vier jaar zouden leren hoe ze moesten pijpen, een vorm van orale seks.
Die bewering is pure onzin, stelt Elsbeth Reitzema, senior programmamedewerker seksuele vorming bij Rutgers, in het kantoorpand in Utrecht. „We zullen kinderen van vier jaar nooit leren hoe ze moeten pijpen of anale seks moeten hebben. Wel kan het zijn dat een kind in groep 8 hierover een vraag heeft. Dan is het aan de leerkracht om daarop een antwoord te geven.”
Ook op christelijke scholen kunnen leerkrachten geconfronteerd worden met zo’n vraag, zegt Sjoerd van den Berg, projectleider ”Wonderlijk gemaakt” aan Driestar educatief, tijdens het gesprek met Reitzema. „Wij adviseren hun dit uit te leggen, juist om het kind weerbaar te maken in het geheel van de Bijbelse bedoeling van seksualiteit.”
Onbedoelde zwangerschap
Volgens Reitzema is het een fabel dat kinderen door het geven van relationele en seksuele vorming eerder seksueel gedrag vertonen. „Uit onderzoek blijkt juist het tegenovergestelde. Jongeren die goede voorlichting hebben gekregen, starten over het algemeen later met seksuele handelingen en seks dan degenen die dat niet kregen. Dat komt omdat ze er van tevoren goed over hebben kunnen nadenken. Ze zijn dan beter in staat om verstandige keuzes te maken en gaan respectvoller met zichzelf en met anderen om. Het blijkt ook dat ze minder te maken krijgen met onbedoelde zwangerschappen en seksueel grensoverschrijdend gedrag.”
Reitzema heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van ”Kriebels in je buik”. Dit is een van de drie door het RIVM erkende lesmethodes, samen met ”Veiligwijs” en ”Wonderlijk gemaakt”. ”Veiligwijs” is ontwikkeld door stichting Zorg voor Seksualiteit, ”Wonderlijk gemaakt” door Driestar educatief. Scholen zijn vrij welk lespakket ze kiezen. De bedoeling is dat ze de lesmethode het hele jaar door gebruiken.
Van den Berg is als projectleider intensief betrokken bij ”Wonderlijk gemaakt”, al heeft hij er niet aan meegeschreven. De methode is, op verzoek van christelijke scholen in het buitenland, in het Engels en het Spaans vertaald. De Duitse vertaling is bijna klaar en de Franse in de opstartfase. „De behoefte aan goed Bijbels materiaal is groot”, zegt hij.
Waarom is het zo belangrijk om kinderen al op jonge leeftijd seksuele vorming te geven?
Reitzema: „We hebben het altijd over relationele en seksuele vorming. Kinderen maken vanaf de geboorte een relationele en seksuele ontwikkeling door en hebben er veel vragen over. Dat merken medewerkers van de Kindertelefoon ook, waar veel vragen over dit thema gaan.
We weten ook dat relationele en seksuele vorming kinderen een positief lichaamsbeeld geeft. Ze krijgen er meer zelfvertrouwen door en kunnen beter voor zichzelf opkomen. Kinderen leren hun wensen en grenzen aan te geven en die van anderen te herkennen en te respecteren. Daardoor worden ze weerbaarder tegen seksueel geweld en misbruik. Ook leren ze respect te hebben voor diversiteit, zodat elk kind zichzelf kan zijn.”
Van den Berg: „Eens. Tegelijk vinden we dat we het gevoel van het kind niet tot norm mogen verheffen. De Bijbelse boodschap geeft de normen en waarden weer.
Het is daarnaast belangrijk om een positief geluid af te geven als het gaat om seksualiteit, juist in deze tijd waarin we zien dat er veel misbruik is. We laten kinderen ook nadenken over schaamte en we leren hun zich te verplaatsen in de ander.”
Is seksuele vorming een taak van de school of een taak van de ouders?
Van den Berg: „Laten de gesprekken over seksuele vorming eerst thuis op gang komen. Ouders hebben hierin een eigen en eerste verantwoordelijkheid, die we graag respecteren. Complexe onderwerpen komen later ook op school aan bod. Zoals geslachtsgemeenschap, een thema voor leerlingen van groep 7.”
Reitzema: „Seksuele opvoeding is in de eerste plaats een taak voor de ouders. Ouders weten echter vaak niet goed hoe ze dit moeten doen. Ook kan er een taboe op rusten. Thuis is bovendien niet altijd een veilige plek voor kinderen. Omdat we weten dat veel ouders te laat of te weinig aan seksuele opvoeding doen, is het belangrijk dat die zaken ook op school aan de orde komen. Daarnaast zijn scholen wettelijk verplicht om aandacht te besteden aan seksualiteit en seksuele diversiteit. Dit staat in de kerndoelen.”
Het thema van de Week van de Lentekriebels dit jaar is ”Weerbaar online”. Waarom is hiervoor gekozen?
Reitzema: „Kinderen brengen steeds meer tijd online door. Daardoor kunnen ze materiaal tegenkomen dat niet geschikt is voor hun leeftijd. We weten bijvoorbeeld dat 70 procent van de kinderen tussen de negen en twaalf jaar weleens stuit op naaktbeelden of seksueel getinte beelden. Vaak gebeurt dat per ongeluk of onbewust. Of ze krijgen de beelden doorgestuurd door vriendjes.
Leerkrachten kunnen uitleggen dat die beelden niet geschikt zijn voor kinderen en dat ze gemaakt zijn voor volwassenen, om hen op te winden. En dat het beter is zo’n website weg te klikken en er met iemand over te praten.
Door de lessen willen we kinderen ook bijbrengen dat onlinebeelden meestal onrealistisch zijn. Ze laten vaak perfecte lichamen zien. Als kinderen zich aan die beelden spiegelen, kan dat een negatieve invloed hebben op hun zelfbeeld en lichaamsbeeld.”
De Driestar hogeschool werkt niet mee aan de Week van de Lentekriebels. Waarom niet?
Van den Berg: „We zijn niet tegen een week die aandacht vraagt voor dit thema. Na alle commotie staan we er wel kritischer in. Er zijn ook scholen die onze lesmethode gebruiken en wél meedoen. We vinden echter dat seksuele toerusting een doorlopend proces is, waarvoor gedurende het hele jaar aandacht moet zijn. Onderwerpen als je zelfbeeld, sociale normen, duurzame relaties en het vergroten van je weerbaarheid vragen gewoon meer tijd. En we doen dit vanuit Bijbelse waarden, die ook begrenzing met zich meebrengen.”
Reitzema: „Eigenlijk onderschrijven we helemaal wat Sjoerd zegt. Wij zien ook het liefst dat scholen structureel aandacht besteden aan relationele en seksuele vorming. De Week van de Lentekriebels beschouwen we als een goed middel om te zorgen dat dit structureel wordt ingebed in het schoolplan.”
Waarin verschilt ”Wonderlijk gemaakt” van ”Veiligwijs” en ”Kriebels in je buik”?
Van den Berg: „Kriebels in je buik is een seculiere methode. Veiligwijs wil net als wij vanuit bepaalde waarden over seksualiteit vormen en toerusten. De auteurs van de methode maken alleen niet expliciet dat ze vanuit Bijbelse waarden schrijven. Dat doen wij wel. We wijzen naar God Die ons heeft gemaakt, ons kent en ons Zijn leefregels heeft meegegeven voor het goede en gezonde gebruik van seksualiteit en relatievorming. Dat uitgangspunt geeft een gezond zelfbeeld en maakt leerlingen en jongeren weerbaar als het gaat om seksualiteit.”
”Kriebels in je buik” wordt aangepast aan veranderingen in de maatschappij. Zo is er meer aandacht voor lhbti en wordt er meer gesproken over kinderen en minder over jongens en meisjes. Bestaat het risico dat kinderen door het lespakket gaan twijfelen aan hun genderidentiteit?
Reitzema: „Nee, dat is niet zo. Kinderen leren dat diversiteit bestaat en dat iedereen zichzelf mag zijn. In elke klas kunnen kinderen zitten die transgender zijn of non-binaire gevoelens hebben. Met de methode willen we het respect voor elkaar bevorderen, ongeacht hoe een kind zich voelt.”
Hoe gaat ”Wonderlijk gemaakt” om met het gegeven dat kinderen andersgeaard kunnen zijn?
Van den Berg: „Het thema diversiteit zit ook in ons lespakket en komt aan bod in groep 8. Dat is ook het katern dat het meest door scholen wordt opgevraagd. Waar wij voor staan, is dat elk kind door God is gemaakt en daarom waardevol is. Als de ontwikkeling en geaardheid anders verloopt dan gebruikelijk, gaan wij naast zo’n kind staan. We zullen personen nooit veroordelen. Ook al houden we vast aan de Bijbelse normen voor seksualiteit.
Verwarring over gender komt voor en zien wij ook. We willen wel vasthouden aan de scheppingsorde. God schiep man en vrouw, zo heeft Hij het bedoeld. We zullen niet promoten dat er allemaal mogelijkheden zijn. Je bent een jongen of je bent een meisje.”
In ”Kriebels in je buik” is meer ruimte gekomen voor seksueel plezier. Zo wordt er aandacht besteed aan de clitoris. Past seksueel plezier wel bij kinderen van vier tot twaalf jaar?
Reitzema: „We vinden het belangrijk dat er ook in het basisonderwijs aandacht wordt besteed aan wat kinderen fijn vinden. En dat ze weten wat ze wel en niet willen, en in staat zijn er woorden aan te geven. We kiezen niet voor een risicomijdende aanpak, maar voor positieve relationele en seksuele vorming. Dit betekent niet dat we risico’s negeren, maar dat leerlingen meekrijgen dat seksuele ervaringen later positief zouden moeten zijn.
We vinden het belangrijk om leerlingen in de bovenbouw informatie over de clitoris te geven. Ze moeten weten dat het orgaan bestaat en dat het een rol kan spelen bij seksueel plezier later. We willen ook, in het kader van gendergelijkheid, dat het op een gelijkwaardige manier besproken wordt. In tegenstelling tot de penis is de clitoris minder zichtbaar en weet men er veel minder over.”
Vorig jaar was er deining over een plastic 3D-model van het vrouwelijk geslachtsorgaan, waaraan kinderen konden voelen. Reitzema legt uit dat dit een onderdeel was van de Week van de Lentekriebels, waarvan het thema ”Wat vind ik fijn?” luidde. Het model is overigens geen vast onderdeel van ”Kriebels in je buik”. Wel kunnen scholen die dat willen het bij Rutgers bestellen.
Komt seksueel plezier ook in ”Wonderlijk gemaakt” aan bod?
Van den Berg: „Ja. Dat je van seksualiteit kunt genieten, is iets heel bijzonders en kostbaars. De clitoris is door God geschapen met het oog op genieten. Dat vinden we ook heel mooi. We zeggen wel dat seksueel plezier niet het hoogste goed is. Het gaat om de totale bedoeling en om liefde voor de ander en respect voor jezelf te hebben.
We vinden het niet gepast op onze scholen het 3D-model te gebruiken. Wel laten we schematische plaatjes van geslachtsorganen zien. Het is aan de leerkracht om te bepalen hoe hij daar aandacht aan geeft. Wij zeggen: Doe het ingebed in de vier thema’s: een gezond zelfbeeld, duurzame relaties, sociale normen en weerbaarheid. Als geslachtsorganen in een veilige sfeer en op een normale manier worden besproken, is dat ontzettend waardevol.”
Reitzema: „Ook bij ”Kriebels in je buik” worden alleen maar getekende illustraties gebruikt en zijn de lessen ingebed in vier thema’s die –afhankelijk van de leeftijd en ontwikkeling van het kind– elk jaar verder worden uitgediept.”