Te veel theologie op een kluitje in Utrecht
„De Protestantse Kerk in Nederland is dringend op zoek naar nieuwe voorgangers.” Zo meldde de kerk afgelopen zaterdagochtend. 28 april is aangemerkt als Roepingenzondag, met de bedoeling om dan gericht mensen te motiveren theologie te gaan studeren. De vraag is nog wel even wáár.
Want later op de dag kwam het nieuws uit dat de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), de officiële predikantsopleiding van de Protestantse Kerk, geen fiat krijgt om in Utrecht de nieuwe bacheloropleiding te beginnen. De bestuurders zitten nog na te suizen van de dreun. Want er is al een pand aangekocht, de colleges van de eerste lichting zouden in september beginnen.
Een ambtelijke commissie heeft de PThU-aanvraag beoordeeld en adviseerde de minister om niet in te stemmen met de bacheloropleiding Theologie, Cultuur en Samenleving in Utrecht. De minister volgt het advies.
Op een kluitje
De afwijzing komt er kortweg op neer dat niet is aangetoond dat de nieuwe opleiding iets toevoegt aan het bestaande aanbod. Ze zou bovendien een negatief effect kunnen hebben op de dalende instroom in verwante opleidingen. En zoveel theologie-aanbod op een kluitje in Utrecht acht de minister ook onwenselijk.
De Theologische Universiteit Utrecht (TUU) en de Universiteit van Humanistiek, twee collega-instellingen in de Utrechtse binnenstad, adviseerden eveneens negatief. Meer van hetzelfde, oordeelde de TUU, een verdubbeling van eenzelfde opleiding in één stad, terwijl het echt niet tot een verdubbeling van potentiële studentenaantallen zal leiden. De Universiteit van Humanistiek biedt weliswaar geen bachelor theologie aan, maar is wel met andere instellingen (TUU en Tilburg School of Theology) in gesprek over de ontwikkeling van een brede bachelor levensbeschouwing, theologie en zingeving.
De teleurstelling bij de PThU mag dan groot zijn en de impact niet minder, maar heel verrassend is het besluit niet. Degenen die het proces al langer volgen, krijgen de indruk dat de Protestantse Theologische Universiteit met open ogen een doodlopend steegje is ingerend.
Zonder dat er al zicht was op een alternatief, is de samenwerking in de (huidige) gezamenlijke bacheloropleiding met de Vrije Universiteit (VU) beëindigd. Veel theologen, zowel van de PThU als van de faculteit religie en theologie van de VU, betreuren dat besluit. Eind vorig jaar, zo blijkt uit een interne notitie, heeft dezelfde groep nogmaals een dringend appel gedaan om het besluit te heroverwegen. De verhuizing naar Utrecht (vanuit de huidige locaties Amsterdam en Groningen) maakt de beëindiging van de samenwerking helemaal niet noodzakelijk; die had gewoon kunnen worden voortgezet.
Oude schoenen
De oude schoenen werden afgedankt, zonder dat de nieuwe konden worden ingelopen. En de theologen van zowel de VU als de PThU waarschuwden al dat met de huidige studentaantallen een nieuwe bachelor in Utrecht onwenselijk is. Vertrek van de PThU uit de VU zou bijdragen aan een versnippering van het aanbod van academische theologie, met het risico dat het aanbod verdwijnt (zoals is gebeurd aan de Universiteit van Amsterdam, in Leiden en eerder in Utrecht).
De Protestantse Kerk in Nederland schreef in een ondersteunende verklaring bij de stukken die aan de minister werden gestuurd, dat ze verlangt dat een bacheloropleiding volledig onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de PThU in stand wordt gehouden. Met argusogen kijkt men bij de kerk namelijk naar het verwachte predikantentekort in 2035: 234 fte.
De PThU mag nu een list gaan verzinnen om uit de impasse te geraken. Het dagelijks bestuur van de Protestantse Kerk, al net zo teleurgesteld, liet maandagmiddag weten dat het college van bestuur en de raad van toezicht van de PThU zijn uitgenodigd om op 15 maart tekst en uitleg te komen geven in de (kleine) synode; in een zitting achter gesloten deuren.
Samen
Grote kans dat de PThU al eerder haar licht opsteekt bij de collega’s aan de Plompetorengracht, bij de Theologische Universiteit Utrecht, die predikanten van de Nederlandse Gereformeerde Kerken opleidt. Want als ze niet naast elkaar mogen bestaan, dan misschien toch maar samen?
„We hebben een aantal keren expliciet gevraagd om een gesprek over strategische samenwerking”, zegt Pim Boven, bestuursvoorzitter van de Theologische Universiteit Utrecht. „Maar ieder volgt zijn eigen procesgang”, voegde hij er laconiek aan toe. Tot nu toe hebben gesprekken weinig opgeleverd. Maar, benadrukt hij, „we staan altijd open voor samenwerking”.