Vermoorde Hariri door honderdduizenden Libanezen uitgeleid
Honderdduizenden Libanezen zijn woensdag uitgelopen om de laatste eer te bewijzen aan hun oud–premier Rafik Hariri, die maandag bij een bomaanslag om het leven kwam. Hariri, die ook een schatrijke zakenman was, heeft ervoor gezorgd dat Beiroet na de burgeroorlog weer werd opgebouwd. Hij werd begraven bij de Mohammed al–Amin moskee, die met zijn geld is herbouwd.
Op het centrale plein rond de moskee kwamen meer dan tweehonderdduizend mensen bijeen. Alleen paus Johannes Paulus II bracht meer mensen – een miljoen – op de been toen hij in 1997 in Beiroet een mis opdroeg.
Dat Hariri bij alle bevolkingsgroepen populair was bleek wel toen zijn stoffelijk overschot, samen met dat van vijf eveneens omgekomen lijfwachten, woensdagmorgen per ambulance van zijn huis naar zijn laatste rustplaats werd gebracht, gevolgd door zijn drie zonen en andere familieleden. Sjiieten en christenen, maar ook religieuze leiders van de soennitische en Druzische gemeenschap, namen deel aan de processie en tussen de islamitische gebeden en militaire treurmarsen klonk het klokgelui van de kerken van Beiroet. Tegen de moslimtraditie in vroegden zich honderden huilende, met witte zakdoeken zwaaiende vrouwen bij de mannen in de rouwstoet, waarin vlaggen en portretten van Hariri werden meegedragen. Ook aan de huizen langs de route waren vlaggen en portretten van Hariri opgehangen en vanaf balkons werd rijst over de deelnemers gestrooid, als teken van welkom.
De mensen op straat waren over het algemeen zeer emotioneel en toen de kist uit de ambulance werd gehaald om door de familie naar de moskee te worden gedragen drongen velen naar voren in een poging er even de hand op te leggen. Hariri’s oudste zoon, Baha, ging op de schouders van anderen staan om de menigte door een luidspreker tot kalmte te manen. Later werd Baha door uitputting overmand en moesten medewerkers hem in in een ambulance helpen die hem naar huis zou brengen.
Het vermoeden dat Syrië op de een of andere manier met de aanslag op Hariri van doen heeft gehad zorgde ervoor dat de woede van de menigte regelmatig op dat land werd gericht. De Syrische president Bashar Assad werd opgeroepen zijn ‘honden’ uit Beiroet weg te halen, een verwijzing naar de Syrische agenten die deel uitmaken van de Syrische troepenmacht van 15.000 man die sinds 1976 in Libanon gelegerd is. Syrië heeft elke betrokkenheid bij de aanslag ontkend. De Syrische vice–president Abdul–Halim Khaddam, een vriend van de familie die vaak bij Hariri op bezoek kwam, ging direct naar de moskee om de begrafenis bij te wonen. Daar waren ook andere buitenlandse gasten, onder wie de Franse president Jacques Chirac, die ook met Hariri bevriend was.
In de begrafenisstoet liepen geen leden van de Libanese regering mee. Aanhangers van Hariri hadden gezegd dat zij niet welkom waren. Hariri trad vorig jaar af uit protest tegen een grondwetswijziging die verlenging mogelijk maakte van de presidentiële ambtstermijn van Emile Lahoud, een bondgenoot van Syrië.
Hariri, die 60 is geworden, verwierf zijn fortuin in de bouw in Saudi–Arabië. Onder zijn regeringen – hij was tien van de laatste veertien jaar aan de macht – keerden Europese investeerders en toeristen terug. De aanslag werd gepleegd in een van de wijken in het centrum die onder zijn leiding opnieuw werden opgebouwd.