„We gebruiken veel munitie in het oosten van Europa”, zei luitenant-kolonel Henk te Kulve donderdag in ’t Harde bij de presentatie van een nieuw radarsysteem voor de landmacht. „We hebben zelf niet zoveel, dus is de hoeveelheid munitie voor oefeningen gelimiteerd.”

Het tekort draait vooral om mortieren. Een mortier kan verschillende granaatsoorten verschieten. De 81 mm-mortier is het zwaarste wapen binnen een infanteriecompagnie. Het is binnen enkele minuten inzetbaar voor directe ondersteuning van de eigen eenheid. Dit kan tot een bereik van 6 kilometer. De zware 120 mm-mortier combineert een hoge reactie- en vuursnelheid met grote vuurkracht en een reikwijdte van 8 kilometer.

Volgens Te Kulve is het oefenen met deze mortieren bij de landmacht „een minimaal gebeuren”, waarbij „de bodem is bereikt”. Woordvoerder Ronald Hoeks van de Koninklijke Landmacht erkent het tekort. Nederland heeft zelf geen munitiefabrieken. Daarom moet Defensie alles in het buitenland kopen. „Sinds de oorlog in Oekraïne is de stress flink toegeslagen. Het is overal dringen om te kunnen kopen.”

Om de levering van negen Multi Missie Radarsystemen (MMR) luister bij te zetten, hield de landmacht donderdag voor genodigden een oefening op Artillerie Schietkamp ’t Harde. Er werd geschoten met 81 mm- en 155 mm-raketten en er kwamen militaire drones over. De mobiele MMR wist ze allemaal te traceren. Het systeem wordt geleverd door Thales en is in Nederland ontwikkeld. Denemarken, Noorwegen en Litouwen tonen er belangstelling voor.

De radar is een doorontwikkeling van de radars die Thales leverde aan de Koninklijke Marine, aldus zegsman Job van Harmelen. Het hypermoderne systeem vormt de ogen van de landmacht. Het ziet en registreert alles binnen seconden: mortieren, drones, vliegtuigen, helikopters en kruisraketten. Het kan zelfs verschillende projectielen in een salvo detecteren. Om een vogel van een drone te onderscheiden mikt de radar op de propeller waarmee het onbemande vliegtuigje zich voortbeweegt. „Die verraadt het toestel.”

Nieuw is volgens overste Te Kulve de zogenaamde multimissie. „Terwijl de radar de sporen van inkomend en uitgaand grondvuur volgt, blijft hij ook het volledige luchtruim in de gaten houden. Voorheen waren daar meer systemen voor nodig.” De MMR ziet niet alleen waar bijvoorbeeld mortieren worden afgeschoten, maar berekent ook waar ze zullen inslaan. Het radarsysteem wordt op een oplegger vervoerd en is binnen twee minuten inzetbaar.