Voorstanders zien gentechgewassen als een grote belofte. Zogenoemde veredelaars zouden granen, groenten, fruit en andere gewassen met de nieuwe methoden bijvoorbeeld weerbaarder, voedzamer of minder bederfelijk kunnen maken. Dat is belangrijk, nu planten het moeilijk krijgen door hitte, droogte en ander extreem weer door het veranderende klimaat. Zuiniger voedselgebruik kan helpen het milieu en het klimaat te sparen. Met technieken als CRISPR-Cas kunnen planten veel sneller worden veredeld dan met het traditionele selecteren en kruisen.

Daarom wil het Europees Parlement de regels voor een deel van deze zogeheten NGT-gewassen versoepelen. Ze moeten niet langer als genetisch gemodificeerde gewassen, maar als gewone worden behandeld. Wel moeten producten waarin deze gewassen worden verwerkt herkenbaar blijven, zodat kopers een andere keus kunnen maken. Het moet op het etiket worden vermeld, als het aan het parlement ligt.

Het is nu wachten op de landbouwministers van de EU-landen, die het nog niet eens zijn over de plannen. Als het zover is, moeten de lidstaten en het parlement er samen uit zien te komen.

Europarlementariër Anja Hazekamp van de Partij voor de Dieren vindt het „zeer zorgelijk” dat gentechgewassen minder streng worden beoordeeld als de nieuwe regels er komen. Straks kunnen ze „in ons milieu en op ons bord terechtkomen” zonder dat genoeg is gecontroleerd of ze de natuur en de gezondheid niet schaden, vreest Hazekamp. Ze is teleurgesteld dat „de lobby van multinationals het in Brussel wint van de belangen van milieu, consumenten en boeren”.

Haar mede-onderhandelaar Jan Huitema (VVD) is juist blij. Hij doet de weerstand af als „onderbuikgevoelens”. „Andere delen van de wereld hebben al toegang tot nieuwe veredelingstechnieken, terwijl Europa achterbleef” door de strenge regels, waarschuwt Huitema. „Hierdoor dreigde Nederland haar positie als plantveredelaar te verliezen.” Nederland staat vanouds sterk in deze branche.