Dit blijkt uit een universitair onderzoek naar agressie onder leerlingen van het eerste jaar van de basischool. De resultaten worden woensdag in Amsterdam gepresenteerd op het symposium “Pesten; over leven in een harde leerschool”.

De onderzoekers van de Universiteit Utrecht constateren dat aan de top van de pest– en agressiestructuur slechts enkele daders zitten en op de bodem maar een paar slachtoffers. De grootste groep deelt zowel uit als incasseert.

De leider van het onderzoek, Marjolein Vermande, noemt het verder opvallend dat de agressie niet alleen overslaat van de sterkere naar de zwakkere broeders. Ongeveer een vijfde tot een kwart van de kinderen bijt ook van zich af als een dominant iemand het op hen heeft gemunt.

Voor het onderzoek zijn 1100 kinderen uit 84 klassen van 51 bassisscholen ondervraagd. Omdat de vier– tot vijfjarigen slechts over een beperkte concentratie en woordenschat beschikken, kregen ze bij de vragen foto’s van klasgenootjes voorgelegd.

Vermande meent dat het pesten en schoppen en slaan niet op zijn beloop moet worden gelaten. Met vroeg ingrijpen valt veel leed te voorkomen. De aandacht zou zich daarbij niet alleen moeten richten op de grootste treiterkoppen en zielenpieten, maar juist ook op de veel bredere middengroep.

Er komt nieuw onderzoek van vier Nederlandse universiteiten naar hetzelfde gedrag in een hogere groep van de basisschool. „We willen de overgang naar de brugklas volgen. In de hogere basisschoolgroepen neemt de agressie af omdat dan de pikorde is bepaald. In de brugklas begint dat proces opnieuw."