Rutte: EU moest wantrouwen Orbán wegnemen voor steun Oekraïne
Europese regeringsleiders hebben de afgelopen dagen op de Hongaarse premier Viktor Orbán ingepraat en hem ervan overtuigd dat er geen reden is om de houding van Brussel tegenover zijn land te wantrouwen. Dat stelt demissionair premier Mark Rutte na afloop van een bijzonder korte Europese top, waarop al snel een akkoord werd bereikt over miljardensteun aan Oekraïne. Hongarije was het enige land dat zich voor de top nog verzette tegen die steun.
De verwachting was dat er lang gesoebat zou worden met Orbán, en het mogelijk nachtwerk zou worden. Maar nog voordat de top echt was begonnen, kondigde voorzitter Charles Michel van de Europese Raad van regeringsleiders aan dat er een akkoord was bereikt. Dat is volgens Rutte het gevolg van veel gesprekken met Orbán, zowel een-op-een als met enkele andere leiders.
„Het belangrijkste was herstel van vertrouwen”, zegt de premier. Bij Orbán leefde volgens Rutte het gevoel dat er steeds „extra voorwaarden” werden gesteld aan toegang voor Hongarije tot Europees geld. EU-subsidies van het land zijn bevroren om zorgen over de Hongaarse rechtsstaat. Orbán meent dat de lat steeds hoger wordt gelegd, waardoor de subsidies buiten bereik van Hongarije blijven. De Hongaarse premier blokkeerde het Oekraïense steunpakket „omdat hij de zorg had: uiteindelijk krijg ik toch nooit meer geld”.
Dat misverstand is uit de wereld, stelt Rutte. „Daar is helemaal geen sprake van. Dat wantrouwen is denk ik gedurende de week weggenomen.” Orbán is op het hart gedrukt dat hij beloftes over verbeteringen aan de rechtsstaat moet nakomen. Als dat gebeurt, is er „geen reden voor wantrouwen”. Uiteindelijk is expliciet op papier gezet dat de Europese Commissie alle landen gelijk zal behandelen.