Geen reiziger meer te bekennen in Buffalo Central Terminal
Toen de Buffalo Central Terminal in 1929 voor het eerst zijn deuren opende, paste het moderne art-deco-ontwerp perfect bij een bloeiende stad die optimistisch was over haar toekomst. Het station werd ook wel „het paleis van het volk” genoemd. Dagelijks gingen er 200 treinen in en uit en passeerden 10.000 passagiers de immense stationshal.
Al snel kwam de Grote Depressie, de eerste tegenslag. En toen die voorbij was, diende de Tweede Wereldoorlog zich aan. En ja, in het naoorlogse Amerika draaide het helemaal om auto’s; het aantal treinreizigers nam spectaculair af. Er werd nauwelijks meer gebruikgemaakt van uitgestrekte terminals zoals die in Buffalo in de Amerikaanse staat New York.
In 1979 viel het doek voor de Central Terminal. Sindsdien is er geen reiziger meer te bekennen. Het eens zo fiere gebouw raakte leeg en in verval. Tot 1997, toen de Central Terminal Restoration Corporation het pand kocht en begon met de restauratie. Er is een Masterplan voor de Terminal: kantoren, winkels, festivals, veel groen, zonnepanelen. Weer dat paleis van het volk. In 2029 moet er veel klaar zijn. Maar voorlopig is het nog een oase van rust. Wie midden in de met marmer beklede hal staat, de ogen sluit en heel goed luistert, kan de oude treinen nog horen.