In deze hal kan het regenen, waaien en zelfs sneeuwen
Buiten wijst de thermometer 15 graden aan. Binnen is het standje winter: 4 graden. In Energy House 2.0 in het Engelse Manchester kan het. In het unieke gebouw van de lokale universiteit kan het ook nog waaien, regenen en zelfs sneeuwen.
Het formaat van het gebouw imponeert iedere bezoeker. Energy House 2.0 bestaat uit twee ”kamers” –of beter: hallen– van maar liefst 20 bij 90 meter en van 11 meter hoog. Binnen kunnen dan ook complete woningen worden getest. Hoe presteert isolatiemateriaal? Hoeveel warmte lekt er weg via de ramen? Alles wordt zorgvuldig gemeten.
De temperatuur in de hallen kan heel precies worden ingesteld. Van -20 tot 40 graden, vertelt Michael Brown van de University of Salford, die een groep Nederlandse geïnteresseerden rondleidt. Ook elke willekeurige luchtvochtigheid is na te bootsen. „Daarmee bestrijken we de leefomstandigheden van 95 procent van de wereldbevolking.”
Brown lepelt het ene na het andere leuke detail op over de unieke testlocatie. Een smeuïge anekdote gaat over de opening van de faciliteit in februari 2022. „Het was toen buiten vrij koud. Tegelijk stond een van de hallen op standje Singapore: 30 graden en een luchtvochtigheid van 95 procent. Toen de grote roldeur naar buiten openging, stroomde de koude lucht naar binnen. Daardoor condenseerde het vocht in de lucht razendsnel. Het regende echt. Binnen! Het was een heel bijzondere ervaring.”
De andere hal had toen overigens ook een „magisch” effect op het publiek, stelt Brown. Daar was het destijds -17 graden en er lag tien centimeter sneeuw. „Iedere volwassene die de deur binnenliep, veranderde in die ruimte als het ware in een 12-jarige.”
Noodhulptent
In hal 1 wijst Brown op een noodhulptent van de Verenigde Naties. Ook die is onderwerp van onderzoek. Als er ergens ter wereld een ramp gebeurt, zet de VN deze tenten in waarbij petroleumkachels de ruimte binnen verwarmen. De VN zoeken naar een alternatief voor de gevaarlijke kachels. „Kinderen verbranden hun handen, de dampen zijn schadelijk, er loert brandgevaar en tot slot zijn ze niet milieuvriendelijk. Hier testen we een tent met infrarood verwarmingsmatten van Mat Zero die werken op zonne-energie.”
Het andere testobject in hal 1 is een duurzaam prefabchalet. De bungalow van Vector Homes meet zo’n 40 vierkante meter en bestaat uit gerecyclede materialen gecombineerd met geavanceerd grafeen. „Grafeen –een vorm van koolstof– is voor het eerst ontwikkeld aan de universiteit hier in Manchester. Het maakt de chalets sterker en minder ontvlambaar.”
Opscheppen
Brown geeft hoog op van de prestaties van het gebouw. „Gewoon om over onze faciliteit op te scheppen: in de hele ruimte kunnen we de temperatuur tot op een halve graad nauwkeurig gelijk houden. Dat is beter dan de gemiddelde koelkast.”
En dan de neerslag. Manchester heeft een reputatie als het gaat om regen. Hevige, „horizontale regen” is spreekwoordelijk in de regio, aldus Brown. „Met behulp van beweegbare stellingen kunnen we het op verschillende manieren laten waaien, regenen of sneeuwen. Leuk detail: toen we de sneeuwmachine bestelden, bleef de aanbieder maar vragen van welk skiresort we waren.”
Een van de bezoeker merkt scherp op: „Ik mis het zonlicht.” Brown reageert gevat: „Zon, wat is dat? Dat kennen we niet in het Verenigd Koninkrijk.” Hij vervolgt serieus: „Er hangt apparatuur aan het dak waarmee we zonnestraling kunnen nabootsen.”
Jassen dicht
„Nu gaan we de kou in”, lacht Brown terwijl hij de groep naar kamer 2 leidt. De overgang van ruim tien graden voelen de bezoekers wel. Jassen gaan dicht en handen verdwijnen in de zakken.
Twee nieuwe, goed geïsoleerde, vrijstaande woningen trotseren de 4 graden met gemak. Dit project brengt grote concurrenten bij elkaar, vertelt de gids. „Twee extreem competitieve aannemers werken hier samen. Voor het eerst in de historie. Ze delen zelfs de verkregen data.”
Brown klopt op de buitenmuur van een van de woningen. Een hol geluid klinkt. „Hij lijkt van baksteen, maar dit hele huis is gemaakt van hout.” Dat komt onder meer door een schrijnend tekort aan metselaars in Engeland. Degenen die er zijn verdienen goud geld: een pond per geplaatste steen. „Een gemiddelde metselaar kan duizend bakstenen per dag leggen. Dus reken maar uit.”
In de rij
Energy House 2.0 draait om testen. Isolatiemateriaal. Dubbel en driedubbel glas. Infraroodpanelen, vloerverwarming, warmtepompen. De belangstelling is groot. Om alles goed te meten, zitten de ruimte en de woningen bomvol sensoren. Kleine plakkertjes op kozijnen, muren en ramen laten een meetplek zien. In de gezellig aangeklede woonkamer van de woning staat eveneens apparatuur opgesteld. „Met behulp van sensoren meten we exact de temperatuur en luchtvochtigheid in de woning. We krijgen ontzettend veel informatie: hoeveel warmte van de zon neemt het huis op en hoeveel verliest het ’s nachts. En wat is daarbij de invloed van weer en wind.”
De twee woningen zouden in eerste instantie negen maanden staan, maar dat is naar minimaal twee jaar gegaan. „De aannemers kwamen na de eerste resultaten met een enorme waslijst aan zaken die ze wilden testen. Leveranciers van de bouwbedrijven staan in de rij om hun producten te testen. We hebben hier een unieke faciliteit. We zijn zelfs door filmmakers benaderd om hier te mogen filmen omdat je het weer kunt aanpassen. Maar we houden het voorlopig bij huizen.”
Belabberd
De twee woningen zijn ook voorzien van oplaadpunten voor elektrische auto’s. „Ik sprak onlangs nog een autofabrikant. Die vertelde me dat een van hun toekomstige elektrische auto’s een accu krijgt van 120 kWh (50 kWh is nu normaal, MK). Daarmee kun je een van deze huizen twee weken van stroom voorzien. Huis en auto worden steeds meer gezien als een samenhangend systeem. Je gebruikt de stroom uit de auto op momenten dat het duur is en laadt op als het goedkoop is.”
De eerste tests met auto’s vonden al plaats. Een van de uitkomsten: de isolatiegraad van auto’s is belabberd en heeft te weinig aandacht van de autofabrikanten, stelt de Engelsman.
De universiteit wil ook gaan testen met mensen die in de huizen gaan wonen. In eerste instantie zullen onderzoekers er zelf in gaan wonen en daarna willen de aannemers een competitie voor het grote publiek uitschrijven waarvan de winnaars erin mogen leven. „De vraag is: gaan de mensen zich echt gedragen alsof ze er thuis zijn? Laten ze hun slaapkamerraam openstaan? We kunnen veel modelleren, maar de menselijke factor is het meest onzeker.”
Opwarmende aarde
Ook met het oog op een opwarmende aarde kan Energy House inzichten opleveren. „We kunnen hier de mogelijke klimaatomstandigheden van 2040 nabootsen. Daarbij kun je alles testen, van complete gebouwen tot apparatuur. Huizenkopers in het Verenigd Koninkrijk vragen nu voor het eerst hoe de koeling is geregeld. Hier kunnen we testen hoe je het huis koel houdt, zonder veel energieslurpende airco’s in te zetten.”
Om een van deze toekomstige woningen te bedienen zijn wel negen smartphoneapps nodig, vertelt Brown. Hij ziet dat als een flink obstakel voor de verduurzaming van woningen. „Want lang niet iedereen is handig met telefoons. Het moet dus nog slimmer en handzamer. Het integreren van al die apps blijkt daarbij een enorme uitdaging. Als je miljardair wilt worden, moet je één app uitvinden die alles beheert: van de auto tot de verwarming en van lampen tot alarmsysteem en kookplaten.”
De bezoekers klagen na ruim een halfuur over koude ledematen. Dus maakt de grinnikende Brown een eind aan de rondleiding: „Iedereen koud genoeg? Buiten is het lekker warm.”