Rekenkamer: ‘geopolitieke’ EU soms doof voor eigen ambassades
Het ‘Europese ministerie van Buitenlandse Zaken’ in Brussel onderhoudt niet altijd goed contact met zijn ambassades in het buitenland. Die moeten het soms zelf maar uitzoeken, omdat het aan duidelijke aanwijzingen ontbreekt, concludeert de Europese Rekenkamer (ERK). Terwijl de EU zich juist de laatste jaren in het buitenland wil laten gelden en de unie worstelt met een wankelende wereldorde.
De 145 ambassades die wereldwijd de ogen en oren van EU-buitenlandchef Josep Borrell vormen, weten soms niet wat hij precies van deze posten verwacht, maakt de ERK op uit eigen onderzoek. Ambassadeurs krijgen geen missiebrief mee en ambassades krijgen geregeld geen antwoord op de verslagen die ze naar Brussel sturen.
De conclusies van de onafhankelijke waakhond, die toeziet op de besteding van EU-fondsen, zijn saillant. Borrell haalde ruim een jaar geleden nog uit naar zijn eigen diplomatenkorps, dat hem niet goed genoeg op de hoogte zou houden. „Soms kom ik meer te weten door de krant te lezen dan jullie verslagen”, mopperde hij in het najaar van 2022, een half jaar na de Russische inval in Oekraïne.
Die verslagen waren soms minder bruikbaar doordat er „vertraging was bij het verstrekken van instructies” door Borrells Brusselse buitenlanddienst, constateert de ERK. En doordat „het ontbrak aan feedback” aan de ambassades.
Die wordt het werk ook niet gemakkelijker gemaakt doordat ze niet altijd veilige communicatiemiddelen hebben die ook handzaam zijn. Daardoor verloopt de communicatie omslachtig en kiezen ze soms voor onveiliger methoden.
Het buitenlandbeleid is „enorm belangrijk voor de EU - zeker in het licht van met name de Russische invasie van Oekraïne,” zegt Marek Opioła van de ERK. Brussel wil de laatste jaren ook ‘geopolitieker’ optreden en opkomen voor zijn belangen. De communicatie van de buitenlanddienst verloopt in het algemeen betrekkelijk goed, constateert Opioła, maar een aantal waarschuwingen zijn daarom toch op hun plaats.