Dankbaar voor Gods gemeente
Hoe spreken we over het hedendaagse kerkelijk leven? Vaak op bezorgde toon vanwege de heersende verdeeldheid en onderlinge verwijdering.
Her en der zijn er diepgaande meningsverschillen over de uitleg van de Schrift of de interpretatie van belijdenisgeschriften. Op grote schaal is er neergang en afkalving, lauwheid en oppervlakkigheid. Gerijpt geestelijk leven lijkt op veel plaatsen schaars te zijn. Jonge mensen uit kerkelijk meelevende gezinnen haken af, tot groot verdriet van hun ouders. Dat alles vraagt bezinning en bekering, vooral ook gebed om een geestelijke opwekking.
Maar laten we het net eens aan de andere zijde uitwerpen. Morgen is het zondag. We mogen in vrijheid naar de kerk gaan of, als dat niet meer mogelijk is, thuis op de eredienst afstemmen. In vele kerken klinkt het Woord van God naar de mening van de Heilige Geest. Christus is in de erediensten naar Zijn belofte zelf tegenwoordig, vermanend en nodigend, onderwijzend en troostend. Het Woord ontdekt, onderwijst en wekt geloof. De Geest drijft mensen tot Christus uit en verbindt hen meer en meer aan Hem. Veel jongeren en ouderen zijn hartelijk betrokken en kunnen niet meer buiten de Heere. Ze deden belijdenis van het geloof of bereiden zich daarop voor.
De liederen die we zingen verbinden ons met ons voorgeslacht. We weten ons in belijden één met de Kerk der eeuwen en met broeders en zusters wereldwijd. Onze kerkgebouwen zijn monumenten van vroomheid in hout en steen. We ervaren een verbondenheid die alle onderlinge verschillen overstijgt. De rijke en de arme, de hoogbegaafde en de verstandelijk gehandicapte, de directeur en de baanloze ontmoeten elkaar in gelijkwaardigheid. We bidden voor elkaar, delend in vreugde en verdriet, niet het minst van vervolgde en verdrukte medechristenen. We dragen de volkerenwereld en in het bijzonder het Joodse volk aan de levende God op. We bidden voor de overheid en om recht en vrede in Nederland en wereldwijd. Er wordt gedoopt en avondmaal gevierd tot Gods eer. Er gaan vensters open naar leven tot in eeuwigheid.
Vanuit de zondagse ontmoeting met de Heere nemen velen door de week hun positie in als getuigen van Christus in woord en wandel. Ze weten zich gesterkt om trouw hun werk te doen en hun naaste metterdaad lief te hebben. Zo straalt de kerk licht uit in een donkere wereld.Te mooi om waar te zijn? Er zijn zoveel schaduwkanten! We gaan onszelf toch niet op de borst kloppen? Nee, want we schieten helaas schromelijk tekort. Laten we ons dat voortdurend realiseren en het voor Gods aangezicht belijden. Maar wanneer we niet of nauwelijks oog hebben voor het vele goede dat ons gegeven en gelaten is, doen we de Heere tekort. En dat is een grote zonde!
Het is bijna zondag – pak eens een leeg A4-tje en schrijf eens op wat u zoal geschonken wordt als lid van de kerk. Dank God daarvoor en neem die dank mee naar Zijn huis. Spreek erover met elkaar en verwonder u met elkaar. Dan geven we royaal en van harte voor de voortgang van het kerkenwerk. Immers, in de kerk ontvangen we altijd meer dan we geven kunnen. Laat zo in Sion de lofzang opklimmen tot God met stil ontzag.
De auteur is emeritus hoogleraar gereformeerde spiritualiteit.