Jeugd-tbs voor internetbedreiging Ali en Wilders
De rechtbank in Middelburg heeft maandag een 18–jarige man uit Sas van Gent conform de eis tot 140 dagen gevangenisstraf en twee jaar jeugd–tbs veroordeeld voor het bedreigen van de Tweede–Kamerleden Hirsi Ali en Geert Wilders via internet.
De toen 17–jarige vwo–leerling werd vorig jaar september op zijn school aangehouden en zit sindsdien in voorarrest. Bij een huiszoeking in zijn ouderlijke woning trof de politie informatie aan over explosieven en plattegronden en adressen van ambassades.
De rechtzaak tegen de scholier werd wegens zijn leeftijd tot maandag achter gesloten deuren behandeld. Tijdens de zitting van maandag kwamen zaken naar voren die nog niet in de openbaarheid waren gebracht. Zo bleek de man tijdens zijn aanhouding in het bezit te zijn van een diskette, waarop een afscheidsbrief stond.
In de brief omschrijft hij zich als een martelaar die verantwoording aflegt voor een door hem gepleegde daad, die zijn eigen dood zou veroorzaken. Daarnaast achtte de rechtbank bewezen dat hij een aanslag plande omdat hij met materiaal waarmee een bom gemaakt kon worden, heeft geëxperimenteerd.
Naast de oproepen tot het doden van de Tweede–Kamerleden via internet werd de man ook schuldig bevonden aan terroristische activiteiten. De rechtbank leidde dat af uit de opvatting van de man dat hij met geweld een wereldwijd islamitisch rijk wilde stichten. Bovendien bezat hij plattegronden van gebouwen in Den Haag, waaronder overheidsgebouwen, en het AIVD–gebouw in Leidschendam.
Daarnaast had de man op internet teksten geplaatst waarin werd opgeroepen tot een staatsgreep en het plegen van gijzelingen.
Volgens de rechtbank is de man verminderd toerekeningsvatbaar en dient hij behandeld te worden in de Rijksinrichting voor jongeren de Hartelborgt in Spijkenisse. Zijn advocaat, mr. H. Dunsbergen, weet nog niet of de man in hoger beroep gaat tegen het vonnis. „Het kan ook nadelige gevolgen hebben voor mijn cliënt, in die zin, dat het voorarrest dan verlengd zal worden tot aan het moment dat zijn zaak voorkomt bij het hof. En dat kan zes maanden duren”, aldus de raadsman.