„Wie denkt aan later, begint eerder”
„Een bedrijfsopvolging is het einde”, stelt een reclame vanochtend op de radio. Ieder jaar vinden zo’n 5000 bedrijfsoverdrachten plaats. In een op de drie gevallen loopt dat op een mislukking uit. Voldoende reden om het hoe en waarom eens grondig uit te spitten.
Nog steeds is er te weinig bekend over de redenen achter het mislukken van veel bedrijfsoverdrachten. Om die reden begint MKB-Nederland binnenkort met een uitgebreid onderzoek onder de aangesloten bedrijven. Projectleider bedrijfsoverdrachten Henriëtte Salet: „In samenwerking met de bank ING gaan wij kijken wat er misgaat en wat er op dit gebied beter kan.” Tegen de zomer moeten de resultaten bekend zijn.
De belangrijkste redenen voor het slecht aflopen van bedrijfsoverdrachten zijn te zoeken in de voorbereiding. Onderzoek van de Kamers van Koophandel wijst emotionele en psychologische barrières als voorname reden aan. Verder is de ingewikkelde fiscale wetgeving en, als spiegelbeeld, het onderschatten ervan een erkend struikelblok.
Ook de waardebepaling vergt veelal hersenpijnigend rekenwerk. Wat is een reële schatting? Met hoeveel geld moet de koper over de brug komen? Het komt nogal eens voor dat de eigenaar van de zaak die hij met eigen handen heeft opgebouwd, de marktwaarde overschat, signaleert Salet.
Voeg daaraan toe een ondoorzichtige markt en het zal duidelijk zijn dat meestal ondersteuning door een ervaren adviseur vereist is. Dat is niet per definitie de eigen boekhouder. „Het kan verfrissend werken om iemand van buiten de zaak aan te trekken”, zegt Salet. „Die kan meer afstand nemen en zo zaken opsporen die van binnenuit niet goed vallen waar te nemen. Directbetrokkenen kunnen om emotionele redenen vaak moeilijk afstand nemen.”
Zij beseft dat de hoge kosten een drempel vormen. „Een goed advies is duur, maar het betaalt zich wel uit. Blindvaren op het financiële aspect is struisvogelpolitiek.” In deze krant gaf adviseur Jan Visser van vakorganisatie RMU onlangs een voorbeeld uit de praktijk van een door een deskundigen begeleide, geslaagde wisseling van de wacht.
Bij een goede voorbereiding hoort zeker ook een grondige oriëntatie van de ondernemer zelf op de voorgenomen overdracht. Hoewel papierwerk in het bedrijfsleven meer de status van noodzakelijk kwaad dan van hobby heeft, vergt een belangrijk besluit als dit toch dat de aspirant-verkoper de zaken goed op een rijtje heeft.
MKB-Nederland heeft daarom een gidsje uitgebracht om de overdrager en de nieuwe eigenaar van dienst te zijn. In 145 vragen en antwoorden komen praktische aspecten die met de bedrijfsopvolging samenhangen thematisch gerangschikt aan de orde. Voorzitter Loek Hermans van de organisatie voor het midden- en kleinbedrijf spreekt er ironisch de hoop in uit dat ondernemers na het lezen ervan „nog steeds in verwarring zijn, maar dan op een hoger niveau.”
Het boekwerkje is bedoeld als aanvulling op een pakket dat het ministerie van Economische Zaken vorig najaar presenteerde, samen met de Vereniging van de Kamers van Koophandel, MKB-Nederland en VNO-NCW. De drie informatiebrochures van het pakket behandelen ieder een onderdeel van de bedrijfsoverdracht. Salet: „Het pakket van Economische Zaken is voornamelijk bedoeld voor de 55-plussers. Wij richten ons ook op jongeren. Bovendien spreken wij behalve de verkoper ook de potentiële koper aan.”
Dat de eerste 5000 gidsen binnen twee weken waren uitverkocht, toont volgens Salet de groeiende belangstelling voor het onderwerp. Hoewel de gids niet specifiek op ouderen is gericht, is de belangstelling bij deze categorie ondernemers het grootst. „Het zou bijzonder jammer zijn als de jarenlange kennis en ervaring die zij hebben opgebouwd, verloren gaat omdat ze er niet in slagen hun bedrijf succesvol over te dragen.”
Salet raadt ondernemers die hun bedrijf willen verkopen aan vooral in een vroeg stadium te beginnen met het regelen van de zaken. „Op tijd beginnen verkleint de risico’s op het maken van keuzes waar men achteraf spijt van krijgt. Wie pas aan bedrijfsopvolging gaat denken tegen de tijd dat zijn pensioen in zicht komt, is ertoe veroordeeld achter de feiten aan te lopen. Wie denkt aan later, begint eerder.”