Steun voor democratie niet absoluut
Vrijheid van meningsuiting? Een groot goed, vindt vrijwel iedere Nederlander. Maar hoever reikt ze? Mag je haar gebruiken om anderen te kwetsen? Daarover zijn de meningen verdeeld, onderstreepte een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) maandag.
De democratie heeft brede steun onder de Nederlandse bevolking. Ongeveer vier op de vijf mensen vindt het belangrijk in een democratische rechtsstaat te leven. Vraag je Nederlanders wat ze vinden van zaken als vrije media, eerlijke verkiezingen en rechtsbescherming, dan zien de meesten die als heel belangrijk.
Maar bij doorvragen blijkt dat de steun voor dit soort waarden niet absoluut is, concludeert het SCP in een kennisnotitie. In dat rapport bracht het planbureau bestaande kennis samen uit eerdere onderzoeken over hoe Nederlanders denken over democratie en rechtsstaat. Het SCP deed dat op verzoek van de Staatscommissie Rechtsstaat, die als doel heeft het functioneren van de rechtsstaat te analyseren en voorstellen te doen voor de versterking ervan.
Het beeld uit de notitie is niet enkel positief. Waar Nederlanders over het algemeen achter de democratie staan, geven ze in enquêtes ook weleens aan dat de regering wat hen betreft soms best het parlement, de rechter of de wet mag negeren, als de situatie daarom vraagt. Dat ligt in lijn met andere onderzoeken, waaruit blijkt dat 30 procent van de Nederlanders een bestuur door één krachtige leider, die zich niets hoeft aan te trekken van verkiezingen en het parlement, een redelijk tot heel goed idee vindt. Ook voor een technocratie is redelijk veel steun: bijna de helft van de mensen ziet het als iets goeds als experts, en niet de regering, besluiten nemen.
Religieuze gevoelens
Mensen laten hun eigen opvattingen meewegen in het belang dat ze aan principes hechten, blijkt uit de notitie. Zo wordt vrijheid van meningsuiting belangrijk gevonden. Tegelijkertijd zeggen veel mensen dat die niet gebruikt moet worden om gevoelens van mensen te kwetsen. Gaat het echter om het kwetsen van religieuze gevoelens, dan vinden mensen sneller dat dit binnen de vrijheid van meningsuiting valt en dus moet kunnen.
Zodoende geven mensen nogal eens strijdige antwoorden op vragen over de democratie en rechtsstatelijke waarden. Daarin ligt voor medeauteur Lonneke van Noije van het SCP ook de belangrijkste boodschap van het rapport. „Nederlanders hebben niet zo’n groot bewustzijn van de betekenis van democratische waarden. Mogelijk gaan ze er daardoor wat argeloos mee om.”
Om diezelfde reden is Van Noije voorzichtig met het interpreteren van de onderzoeken. „Mensen antwoorden soms inconsistent. Maar komt dat door de manier waarop de vraag wordt gesteld? En hebben mensen genoeg kennis van de consequenties van hun antwoorden om een weloverwogen standpunt in te nemen? Dat weten we eigenlijk niet goed.”
Dat mensen steun geven aan een krachtige leider, is volgens Van Noije niet direct zorgelijk. „Vaak komt die voort uit een wens tot verbetering en niet uit de wil om de democratie overboord te gooien. Uit de onderzoeken blijkt dat het vertrouwen in de politiek op dit moment laag is. Die luistert niet goed en lost problemen niet op.”
Meerderheid
Menno Hurenkamp, politicoloog en hoogleraar ”Democratie als mensenwerk” aan de Universiteit voor Humanistiek, geeft de democratie zoals die er nu voorstaat een 5,5. „Er zijn niet veel mensen die zeggen: Weg ermee. Maar wat bedoelen we met democratie? Uit de data van het SCP blijkt dat deze bestuursvorm voor sommigen betekent dat de meerderheid haar wil mag opleggen aan de minderheid.” Zo’n houding is in strijd met de grondwet, betoogt Hurenkamp. „Die draait juist om het feit dat we ruimte geven aan mensen met andere opvattingen.”
Ook de politicoloog wijst op het belang van goede politiek voor het behoud van steun voor de democratische rechtsstaat. „Mensen zeggen zich niet gehoord te voelen. Over hoe dat komt kun je twisten, maar als je het negeert, zijn ze pas echt verloren voor de democratie.”